Verhaal van....Ewout

Ewout is de jongste zoon van Frans en Ria Sanders, en is op vakantie geweest naar Nepal, hieronder volgt zijn verslag.


Nepal / Langtang 07-03-2010 – 26-03-2010
Zondag 07-03

Vandaag vertrek ik naar Nepal. Een beetje een vreemd gevoel want dit is meestal de tijd dat we gaan skiën en nu ga ik naar een land waar het tegen de 30C is in het laagland. De eerste etappe is van Schiphol naar Heathrow / London. Op Schiphol is het veel rustiger dan toen we met de family naar Brazilië gingen. Eerst check ik mijn bagage in. De dame achter de balie vertelt dat ik mijn bagage op Qatar weer moet uitchecken en opnieuw inchecken omdat ze niet internationaal kan doorlabelen. Daar heb ik nog nooit van gehoord en ik geef aan dat ik al vaker naar Nepal ben gevlogen en dat de bagage altijd wordt doorgelabeld. Dan gaat ze even bellen en inderdaad, ze kan gewoon doorlabelen. Ze print ook nog 2 bagagetickets uit, dat klopt ook al niet, maar goed. Het is nu wel goed doorgelabeld. Doordat het zo rustig is, hebben we nog tijd genoeg om even wat te eten of te drinken. Dan ga ik naar de paspoortcontrole. Ongelofelijk dat ik over 1 dag aan de andere kant van de wereld sta. Over ruim 2,5 weken ben ik weer terug bij Nathalie. Dat is gelukkig ook te overzien. Een kort maar krachtig bezoek aan Nepal dus. Na de paspoortcontrole heb ik nog even tijd, ik check of ze Nathalies parfum hebben, maar dat hebben ze op Schiphol niet, zeker niet exclusief genoeg... En dan gaan we boarden. Het vliegtuig naar London zit redelijk vol. Ik dacht dat we niks te eten of te drinken zouden krijgen, maar dat valt weer mee: wat nootjes en iets te drinken. We moesten op Schiphol erg lang taxiën voordat we opstegen maar eenmaal in de lucht is het een kippe-eindje naar London. Het landschap is voor mijn gevoel wat gevarieerder dan in Nederland. Net voor London zijn er ook wat kleine heuveltjes, leuk. In London heb ik expres wat meer tijd ingepland zodat ik hoop dat de bagage in het juiste vliegtuig naar Qatar wordt gebracht. Heathrow heeft namelijk een slechte reputatie op gebied van bagage afhandeling. Op Heathrow moet ik naar een andere terminal. Dat gaat per bus. Daar aangekomen moet ik nog een boardingpass voor Qatar regelen. Ik had thuis namelijk via Internet al ingecheckt en daarbij boardingpasses voor Heathrow en Kathmandu gekregen, maar voor de Qatarvlucht moet ik naar de balie en mijn paspoort en creditcard laten zien. Ik heb nl. het ticket met creditcard betaald en dan is het vereist om bij de balie van de luchtvaartmaatschappij ter controle de geldige creditcard te laten zien. Aangezien Qatar Airways niet op Amsterdam vliegt, kan dat dus pas in London. De vlucht naar Amsterdam werd door British Airways uitgevoerd. De aardige mevrouw achter de balie vraagt welke van de 2 bagagetickets de juiste is, want ze moet die gegevens invoeren. Ik gok op het hogere nummer omdat de troela in Amsterdam eerst zonder doorlabelen een bagageticket had uitgedraaid. Voor de zekerheid belt ze even met British Airways en verrassend snel zijn we achter het juiste nummer. Dan krijg ik ook mijn boardingpass voor Doha / Qatar. Na een bagel, wat cola en een appel (die ik niet opeet), en nog een tijdje wachten en luisteren naar mijn MP4-speler (Nathalie: goed idee!) is het boarden naar Doha. Ook nu zit het vliegtuig goed vol. Eerst krijgen we nog een diner, smakeloze chickencurry met rijst. Qua films valt het wat tegen. Ik probeer van alles, maar het is niet echt iets leuks. En hetzelfde geldt voor de muziek, ik probeer een CD samen te stellen, maar het is voornamelijk muziek wat me niet kan boeien. Uiteindelijk slaap ik een beetje op een aangename CD van Juanes. Toch wel prettige muziek, vooral de single Volverte a ver. Met mijn buik gaat het gelukkig ook redelijk goed. 


Maandag 08-03

Op Doha aangekomen heb ik zo'n 4 uur overstaptijd. Kortom, wederom leve de MP4-speler. Doha is erg saai. Of misschien vind ik luchthavens in zijn geheel nogal saai. Het enige wat interessant is, zijn de zitjes die direct grenzen aan de startbanen van het vliegveld. Regelmatig kijk je dus op een vliegtuig wat net de lucht in schiet, indrukwekkend. Ik probeer Nathalie een SMS te sturen maar ik heb nul bereik. Dat kan toch niet? 's Ochtends is het 21C in Doha, dat valt best mee. Er vertrekken zo vroeg in de ochtend (rond 8-9 uur) veel vluchten, maar later wordt het rustiger en dan gaat eindelijk de vlucht naar Kathmandu. Mijn buik is tijdens het wachten al wat aan het opspelen, pfff, ik voel een ballon aankomen. Het is maar ruim 4 uur vliegen en trouwens van London naar Doha was het ook maar ruim 6 uur. Ik dacht dat het allemaal net wat langer was. Eenmaal in het vliegtuig heb ik weer ouderwets een gigaballonbuik, vreselijk. Steeds vult mijn buik (of lager, mijn darmen) zich met lucht om dan, als het echt zeer begint te doen, weer leeg te borrelen en begint het direct opnieuw. Hier moet ik toch een keer iets op verzinnen. Er zijn opvallend veel Nepalezen in het vliegtuig. Inmiddels weet ik dat er veel Nepalezen als goedkope arbeidskracht in Qatar en veel andere oliestaatjes werken. Maar je kunt ook zeggen: er zijn vrij weinig toeristen. Hoewel het maar 4 uur vliegen is, lijkt het met mijn buik wel 14 uur. Wederom drapperige chickencurry met een zure salade (gatver), een suf en smakeloos broodje en een groen (!@#) toetje. Als ze nou eens een goede kok meestuurden, dan zou ik daar best iets extra's voor betalen. Ik zit links in het vliegtuig, dat heb ik zelf op Internet uitgekozen om zo de Himalaya te kunnen zien. Maar er zijn redelijk veel wolken en het is veel minder indrukwekkend dan ik had gedacht. Of komt dat nou door de wolken, ik weet het niet. Het valt helaas wat tegen. Dan dalen we snel af en plotseling zijn we op Tribhuvan International Airport, ofwel Kathmandu / Nepal. Mijn buik houdt het nu niet meer. Eenmaal op de luchthaven zoek ik snel een toilet op. Nathalie zou hier weigeren, het is smerig. Maar er is toiletpapier, een wonder, en ik maak de toiletbril provisorisch schoon, ik zit en de vulkaan op IJsland barst uit. Mijn hemel, dat lucht op. Ik voel me opeens van megamisselijk een heel stuk beter. Mijn darmen zijn niet op orde, maar de druk is er voorlopig even af. Eenmaal terug zie ik dat veel toeristen nog geen
visum geregeld hebben, zij staan in een langere rij. Ik ben vrij snel aan de beurt voor controle van paspoort en visum, ik krijg er een stempel bij en de embarkation card wordt ingenomen. Nu wordt het spannend, zal mijn bagage er zijn? Ik vindt het sowieso wel spannend, toch alleen in Nepal. Het duurt even, maar dan zie ik iets blauw roods op de band. Hoe is het mogelijk? Het is allemaal goed gegaan. Ik loop naar buiten. Aan de binnenzijde van het luchthavengebouw staat een aantal taxichauffeurs maar ik zie geen Hotel Ganesh Himal. Buiten word ik nu eens niet bestormd door alle taxichauffeurs: ze moeten voortaan achter een hekje wachten, da's best een oplossing. Ik speur even rond, maar dan zie ik een bordje van Hotel Ganesh Himal. Hey, dat is mooi. Ik ben de enige gast op wie ze wachten. Even later zit ik in de taxi naar het hotel. Kathmandu is authentiek als Kathmandu kan zijn. Niet afgemaakte huizen, chaotisch verkeer, een beetje een rotzooi, en vooral veel arme mensen. We rijden door de Thamel. Ik probeer iets te herkennen, maar het gaat zo snel dat ik helemaal niets herken en niet weet waar we rijden. Een zijstraatje in en dan zijn we plots bij het hotel. Ik krijg een kopje thee bij binnenkomst, mijn reservering is netjes vastgelegd. En even later zie ik dat de kamer keurig netjes is. Ik ga lekker op mijn bed liggen.

Dit is een prima hotel en een mooi en veel voordeliger alternatief dan het Summit hotel. Als ik even heb gelegen, komt de receptionist vertellen dat er iemand voor mij bij de receptie is. Het is Karma, een omhelzing en blije gezichten. Hij geeft me een welkomstsjaaltje. We kletsen en spreken voor de volgende ochtend af. Daarna bel ik Nathalie even kort vanaf de telefoon van de hotelmanager. Ik ben moe en val 's avonds om 21.30 uur in slaap.
visum geregeld hebben, zij staan in een langere rij. Ik ben vrij snel aan de beurt voor controle van paspoort en visum, ik krijg er een stempel bij en de embarkation card wordt ingenomen. Nu wordt het spannend, zal mijn bagage er zijn? Ik vindt het sowieso wel spannend, toch alleen in Nepal. Het duurt even, maar dan zie ik iets blauw roods op de band. Hoe is het mogelijk? Het is allemaal goed gegaan. Ik loop naar buiten. Aan de binnenzijde van het luchthavengebouw staat een aantal taxichauffeurs maar ik zie geen Hotel Ganesh Himal. Buiten word ik nu eens niet bestormd door alle taxichauffeurs: ze moeten voortaan achter een hekje wachten, da's best een oplossing. Ik speur even rond, maar dan zie ik een bordje van Hotel Ganesh Himal. Hey, dat is mooi. Ik ben de enige gast op wie ze wachten. Even later zit ik in de taxi naar het hotel. Kathmandu is authentiek als Kathmandu kan zijn. Niet afgemaakte huizen, chaotisch verkeer, een beetje een rotzooi, en vooral veel arme mensen. We rijden door de Thamel. Ik probeer iets te herkennen, maar het gaat zo snel dat ik helemaal niets herken en niet weet waar we rijden. Een zijstraatje in en dan zijn we plots bij het hotel. Ik krijg een kopje thee bij binnenkomst, mijn reservering is netjes vastgelegd. En even later zie ik dat de kamer keurig netjes is. Ik ga lekker op mijn bed liggen. 


Dinsdag 09-03


Vandaag heb ik ingepland als rustdag na de vermoeiende vlucht. Dus een beetje Kathmandu verkennen en alles even tot rust laten komen (vooral mijn buik). Na een nachtje slapen voelt mijn buik veel beter. Ik krijg een heuse ontbijtkaart en bestel black tea, omelet sandwich en een pannenkoek met suiker. Wat ongelofelijk lekker. Heerlijk eten met tussen de sandwich nog allemaal vers gesneden groenten. En die pannenkoek, zalig, wat een verschil met die vliegtuigdrap. Na het ontbijt even snel gemaild en dan met Karma op weg naar Boudhanath en wat familie van hem. Daar worden we hartelijk ontvangen en we krijgen thee. Zijn familie werkt voor een rijke stedeling. Ze krijgen geen salaris, maar mogen hier gratis verblijven en de eigenaar betaalt de studie van de jongeren (managementstudie). Daarna gaan we naar de mooie tempel van

Boudhanath, nog altijd even wit en mooi als 8 jaar geleden.

We lopen in een huis / gompa wat omhoog om een beter uitzicht op de tempel en de omgeving te hebben.

Vervolgens bezoeken we een klooster, van buiten heel kleurrijk. Het is warm, echt zomer. Ik heb nog steeds geen Nepali Rupees en we lopen terug naar de tempel waar we eerst een entreeticket van 100 Rp moeten betalen (hadden we de eerste keer weten te voorkomen) en daarna wissel ik geld. We gaan met een taxibusje terug naar de bus park in Kathmandu. Grappig, er kunnen wel 12-20 personen in één klein busje. Het is proppen, maar ook lachen. Terug in het hotel gaan we in de rustige binnentuin zitten. Ik bestel weer een heerlijke lunch en dan komt Karma's village brother die de trekking gaat organiseren (volgens mij heet ie Binai). Ook al zo'n aardig persoon. Hij zal zelf de trekking niet meegaan omdat hij toevallig een andere groep krijgt en hij voorbereidingen moet treffen. Hij heeft een kleine trekking agency in Kathmandu opgericht en met behulp van Engelse advocaten die hij heeft leren kennen, heeft hij binnenkort ook een nieuwe website. Heel goed! Ik spreek met Karma af voor de volgende ochtend, al vroeg om ca. 7 uur. 's Avonds ontmoet ik in het hotel Miranda. Zij is een van meerdere vrouwen die alleen de wereld in trekken: respect! We praten even als ik achter de computer zit en spreken dan af om samen te dineren in het hotel. Miranda is ook maandag aangekomen, maar dan met Indian Airlines. Haar bagage was in London blijven staan, maar op dinsdag is deze toch al snel in Kathmandu bezorgd. Ze had ook haar gloednieuwe trekking jas in het vliegtuig laten liggen, maar die is bij navragen helaas op mysterieuze wijze verdwenen (!@), wat een pech. We kletsen gezellig (lees: hebben veel lol). Miranda vertelt ook dat ze inmiddels weer single is en dat ze een jaar een burn-out heeft gehad, mede door relatieproblemen. Apart om te horen, want als iemand een enthousiast type is, is zij het wel. Maar goed, uiterlijke schijn.... We eten lekker en na afloop wensen we elkaar een prachtige reis toe. Miranda heeft 2 maanden de tijd, maar precies in het midden heeft ze een 10-daags verblijf in een klooster in de buurt van Kathmandu, niet zo handig. Zij gaat allereerst naar Pokhara, en daarna ziet ze wel. Terug in mijn kamer luister ik nog naar wat muziek van mijn MP4 en dan toch maar slapen. Wel eerst de rugoefeningen en wat springen. Ik had de voorbije nacht namelijk toch weer onrustige benen ondanks de lange reis (of juist dankzij). Mijn rugzak heb ik klaar voor morgen. Mijn plunjebaal heb ik al in de storage room van het hotel achtergelaten. In de dagen dat ik weg ben, heb ik immers ook geen kamer gereserveerd.


Woensdag 10-03

Vannacht heb ik redelijk goed geslapen. We hebben vroeg afgesproken, dus ik eet om 06.40 uur ontbijt, heerlijk toast met omelet en jam en natuurlijk mango juice. Na het ontbijt heb ik nog snel een mailtje verstuurd want Karma is er nog niet. Juist als ik alles klaar heb en me afvraag waar hij blijft, komt hij met een smile binnen. Dan blijkt dat ik eerst nog moet betalen bij de receptie voor mijn eerste dagen verblijf, ondanks het feit dat ik hier vrijdag weer kom en mijn plunjebaal hier in de storage room heb liggen. Dat duurt weer even en inmiddels is het al 8 uur, niet meer zo heel vroeg. Ik betaal ca. 45 euro voor 2 overnachtingen, 2 maal ontbijt, eenmaal lunch en 1 diner, inclusief een telefoongesprek met de telefoon van de manager naar Nathalie. Da's waarlijk best heel voordelig en ik vind het hotel echt prima. Ook lachen, want dit is nog altijd minder dan 1 overnachting incl. ontbijt in het Summit hotel... Kortom, ik vind het top. Met Karma loop ik naar het grote bus park. Onderweg komen we langs Indra Chowk / Asan Tole met een heerlijke Nepalese marktdrukte. Eigenlijk moet je hier even stilstaan of ronddolen en alles in je opnemen. Het is ook de wijk waar de Nepalezen zelf winkelen, hen zie je niet of nauwelijks in de Thamel wat echt alleen op de behoeften (en portemonnee) van toeristen is afgestemd. Bij de bus park staat er al een bus klaar naar Banepa. En we vertrekken vlot, dat is een meevaller. De weg naar Banepa is niet zozeer druk (hoewel, as usual..), maar vooral in bijzonder slechte staat. Er wordt druk gewerkt aan een nieuw wegdek maar het vreemde is dat je wel veel werkers ziet, alleen wordt er niet zo veel gewerkt. Ik denk dat het erg lang gaat duren voordat dit traject is afgerond. Na het gehobbel over gaten, stenen en zandwegen is er net voor Banepa opnieuw asfalt. Eigenlijk te gek voor woorden: dit is een van de drukst bereden wegen van Nepal, en het is nu een grote zandbak. Overigens rijden er wel vrachtwagens met water rond die de kurkdroge weg regelmatig van wat water voorzien, zodat we niet in een woestijnstorm terechtkomen@! Al met al is het toch redelijk voorspoedig gegaan. Ook de bus naar Nepalthok staat al klaar. De chauffeur is er nog niet, maar ik ga vast zitten, op een goede plek. Karma koopt wat groenten en even later is de bus driver er. Banepa is een middelgroot stadje en rond het bus park is het een drukte van belang. Door het hart van de stad loopt de druk bereden hoofdweg en dat maakt het een stoffige stad. De bus vult al snel en na nog wat getreuzel vertrekken we. Ongeveer iedere 400-500 meter stappen er Nepali in en uit, maar voorlopig vooral veel in, ook schooljeugd. Al snel zit de bus stampvol en zitten er ook veel Nepali op het dak. En uitstappen kan overal, geen probleem. Het betekent wel dat de bus vaak, heel vaak stopt. Soms staan we ook gewoon stil, zonder een specifieke reden, misschien moet de chauffeur even kletsen, het kan allemaal. De busreis is lang. Ik denk dat we over stuk van 40 kilometer van Banepa / Dulikhel naar Kaldunga zeker 3 uur doen, dat is net 13 km/u gemiddeld. Als er wat schooljeugd is uitgestapt en ik weer iets meer om me heen kan kijken, zien we aan de horizon wel de Himalayaketen. Een beetje vaag, maar links Ganesh Himal, dan Langtang-Jugal en rechts het topje van de Gauri Shankar, prachtig. De bus klimt minder dan ik dacht maar het is meer dat op een gegeven moment de vallei steeds dieper wordt en we eigenlijk hoog op de kam van een berg rijden. Dan dalen we af naar de dalbodem en net als ik denk dat de omgeving me bekend voorkomt, stoppen we in Kaldunga.

Ik herken het gehuchtje waar het voor ons eindstation is, een typisch roadsite Nepalees dorpje met allerhande kotjes. Het is warm. Ik doe mijn rugzak om en we lopen de eerste meters tot 3 vrouwen voor een kotje die we begroeten. De middelste vrouw komt me bekend voor.. Karma vraagt met een geheimzinnige glimlach of ik iemand herken. En dan zie ik het. Het is Ramita, Karma's vrouw die ik nog eens hartelijk begroet (met gevouwen handen). Ramita is nog steeds bescheiden en verlegen, maar ze ziet er leuker uit dan drie jaar geleden. In het kotje eet ik noedelsoep. Karma eet dhalbat en Ramita tot mijn verrassing Chowmien. Daarna klimmen we omhoog, eerst over een rivierbedding, ik herken het hier, dan over een zonovergoten en hete helling met schaarse begroeiing en wat huisjes. Bij een schooltje vergaren nieuwsgierige maar zwijgzame kinderen zich om ons heen. Even later klimmen we door wat bossen. Er is een geheel nieuwe weg gebouwd die zoals zo vaak nogal lomp uit de berg is gehakt. Plots was het geld op en nu ligt de weg er verlaten bij. Karma vertelt dat de weg is gesponsord door Japan. Maar het is nog erger: de weg is zo steil dat hier met geen mogelijkheid ooit een bus kan rijden. De bochten zijn ook veel te smal. Een motor zou nog kunnen, ware het niet dat de weg te steil is. Wie dit weer heeft bedacht... Zonde van de investering. Boven aangekomen net voor de Tibetan Prager Flags van de pas houdt de weg op. Ik vind het wel prima. Zo blijft Bhimkori oorspronkelijk en rustig. Er is deze middag een soort medische check op ogen en prostaat en dergelijke. Dus we gaan nog niet naar Karma's huis, maar verder naar boven richting de lagere school waar de medische check plaatsvindt. Dan blijkt de bijeenkomst al voorbij te zijn. Dat vertelt de zus van Ramita als we onderweg naar boven zijn (die is niet bepaald verlegen – een kwebbel). De bijeenkomst op het schoolterrein is inderdaad voorbij. Karma laat me de mooie nieuwe primary school zien die met behulp van een Duitse organisatie uit Frankfurt is gebouwd. Hij stelt me voor aan 3 leraressen met wie ik even kan praten, zo in de trant van 'please ask them any question', haha. Maar echt goed Engels spreken is er niet bij en super spraakzaam zijn ze ook niet. Ik begrijp wel dat er 140 kinderen over 4 leraressen zijn verdeeld met verschillende niveaus en leeftijden per klas, heel lastig. De mannen die de (culinaire) organisatie van de bijeenkomst hebben verzorgd, zjin in hun spaarzame Engels wel mondiger. We zitten nu in het oude schooltje, een donker en vervallen kotje, ongelofelijk dat hier tot vorig jaar les werd gegeven. We krijgen lekkere thee met coconut biscuit. Nog even op de foto met wat leraressen en locals en dan gaan we weer. We klimmen richting de Lower Secundary School. In het dorpje komt een jonge Nepali met een smile op me afgelopen. Ik herken hem net voordat hij me hartelijk de hand schudt en omhelst. Het is Salam, Karma's broer. Samen met hem lopen we naar het Medical Health Center. Onderweg zijn we nog bij een familie geweest waarvan de baby zich niet goed voelde. Een oude man komt even later een medicijn halen. Karma instrueert hem heel duidelijk hoe en wanneer het medicijn moet worden gebruikt. Probleem is dat de Nepali geen Engels kunnen lezen (als ze al kunnen lezen) en de teksten op de medicijnen zijn in het Engels. De Health Center is klein maar fijn maar met een goede voorraad aan allerhande medicijnen. We praten even met Salam, zeggen dan 'tot morgen' en gaan richting Karma's huis. We komen langs het huis waar Binai's broer Dhirga ons op de weg omhoog verwelkomde. Hij zal ons tijdens de Langtangtrip gidsen. Hij is relaxed, misschien een beetje popi, maar ook weer aardig. Zijn broer ritste eerder op de dag van bamboe dunne takken met een mes af. En nu vlecht hij een splinternieuwe doko, ziet er goed uit! Na nog eens thee (hadden we hier op de heenweg volgens mij ook al op) gaan we in dikke schemering naar beneden. De grond is droog en op de teva's glijd ik meermaals weg. Ik krijg het er goed warm van, maar na een laatste schuivende zandsteenhelling zijn we er. Sugam en Sangam komen al schreeuwend van blijdschap op Karma afgerend. Ze hebben hem 6 dagen niet gezien. Ik word door iedereen welkom geheten en krijg van Laximi en de vader nog eens een bloemenkrans. Die had ik van Ramita ook al eentje in Kaldunga gekregen, een prachtige, het kan niet op. Al snel zijn de kinderen meer dan geïnteresseerd en klets ik met Karma. De dhalbat is na deze enerverende dag heerlijk. Even later gaan bij Karma en mij de lichten uit en wensen we elkaar welterusten. Ik heb boven weer een hele verdieping alleen (slaat nergens op). Het bed wat ze klaar hebben staan, is veel te kort voor mijn matras. Dus besluit ik op de grond te liggen. 's Nachts heb ik weer eens onrustige benen maar al met al heb ik goed geslapen.


Donderdag 11-03

Vandaag doen we het rustig aan. Na opstaan ga ik op mijn gemak even naar beneden. Karma is eten aan het bereiden. Ik ga buiten zitten en geniet van de omgeving. Ook speel ik met de kids, die hebben er al snel de grootste lol in. Ze hebben vandaag de kleertjes van Bink aan die wonderwel uitstekend passen.
Ik besluit om toch ook maar een dagboek bij te houden, waardoor ik wat later mijn eerste dagen op papier zet. Dan maar weer met de kids spelen, ze vinden het vooral leuk als ik ze de lucht in zwier. Wat later in de ochtend heeft Karma het ontbijt gereed, heerlijk Tibetan bread met appel, banaan en nog meer. Ik eet mijn buikje rond. En even later nog maar een keer spelen met de kids, haha... Karma wast kleren en zijn voeten bij een teil waar ze met wat waterslangen het water uit de bron even verderop naartoe leiden. Een goed idee, ik haal ook wat kleren en was mijn voeten eveneens. En dan, dan maken we ons klaar om een dagwandeling te maken in de vallei waar Karma woont. Het is al later in de ochtend, maar hoe laat, geen idee. Ik heb geen horloge en mijn mobiel heb ik maar uitgezet. Ik heb bovendien het idee dat de batterij van mijn mobiel hier veel sneller leeg is, maar dat zal wel meevallen. We gaan lopen, eerst richting Karma's health center. We zijn ook langs het huis van onze gids Dhirga gekomen die ons vergezelt. Al snel is het gezellig. We klimmen naar Salam, kletsen even en gaan dan weer verder. Het schijnt best een eind te zijn naar de Cheese Factory aan het einde van het dal en ze willen me ook de plek laten zien waar een Gompa wordt gebouwd, schijnbaar wat hoger op de bergkam. Ik heb vandaag geen rugzak bij omdat we toch wel weer bij kotjes en bekenden wat thee zullen drinken, tenminste daar gok ik op en heb ik kort met Karma besproken. Met alleen mijn camera en heuptasje klimmen we verder langs huisjes, stukjes bos en langs steile kammen. Het is een steil dal. Er zijn ook enkele Rododendronstruiken. Het weer is vandaag goed, maar ook heiig. We zien de Himalayaketen dus helaas niet. Even later zijn we bij de Cheese Factory die er nog goed uitziet. Voor een kilo kaas krijgen ze RP 200,- (2 euro). Ik dacht dat kazen altijd moeten rijpen, maar hier wordt de kaas na 1 dag al naar Kathmandu vervoerd. Misschien dat ze daar dan nog rijpen... We kletsen wat en krijgen bij een klein kotje verderop Lemon juice, heerlijk. Dan lopen we verder omhoog naar een soort poort op de kam, ik noem het met een knipoog de poort naar de hemel. We lopen er onderdoor en voelen ons verlicht, haha. Over de kam klimmen we nog wat verder. Het is hier winderig maar prachtig. Karma en Dhirga vertellen dat het met deze zijde van het dal mogelijk is om een 5- of 7-daagse Mahabarat trekking te doen. Het is steil naar beide kanten. Het mooie is ook dat we hier hoger zitten en de terrasvorming van de bewoners is opgehouden. Stukken bos wisselen af met open vlakten op de bergkam. Echt warm is het trouwens ook niet, tja, ben vandaag niet geweldig voorbereid, een trui of zo heb ik niet bij. Maar dan komen we bij het klooster. Tot mijn verrassing staat de buitenzijde al geheel, best mooi. De binnenzijde is nog casco. Karma vertelt ook dat op de heuveltop ernaast een zeer grote stupa zou moeten verrijzen. Maar daarvoor is natuurlijk wel geld vereist... We zitten en genieten even van de omgeving samen met de koeien die hier grazen. Het is nog steeds erg winderig en wat jammer dat het zo heiig is, want ik denk dat het uitzicht op de Himalayaketen overweldigend is. Dan wordt het tijd om te gaan. Het is nog een eind terug. Maar we lopen nu een andere, lagere route. We dalen eerst af naar een school met leerlingen tot ca. 13-14 jaar, afhankelijk van wanneer ze voor het eerst naar school zijn gegaan. We praten even met de leraren en dan gaan we vrijwel alle klassen langs waar de leerlingen gevraagd wordt om hun naam in het Engels te zeggen. De leerlingen zijn vrijwel allemaal verlegen (of bang het fout te zeggen), maar na wat aandringen van de strenge leraar geven er velen hun naam en sommigen ook de leeftijd. Dan maken we voor de gehele school met alle leerlingen een klassenfoto, leuk. Het is nog een eind terug dus we vertrekken weer. We kunnen zoals gezegd via een lagere route sneller terug dus dat scheelt. Onderweg vragen Karma en Dhirga de weg aan een plaatselijke Didi en we nemen een short cut, volgens haar goed te doen. Het pad wordt alsmaar smaller en steiler. Nu is het een route zoeken door de bushbush. Links, rechts, overal lijken minuscule weggetjes te gaan, of zijn het muizepaadjes? Het wordt handen- en voetenwerk, megasteil, en vaak verraderlijk slipperig. Mijn teva's zijn voor dit terrein niet ideaal. Ik krijg hulp van Dhirga en Karma want ik glijd meermaals weg. Het is ook niet ongevaarlijk, want het is zo steil dat je bij uitglijden voorlopig wel doorglijdt. Dhirga en Karma besluiten dat we een stuk terug moeten. Met hulp van Dhirga 'kruip' ik weer terug omhoog (lees: hij trekt me omhoog). Hij draagt ook mijn fototoestel en hipsack om mijn bewegingsvrijheid te vergroten. We proberen een andere route waar we verder beneden een groter en zo blijkt, het juiste pad zien. Het is hier maar ietsje minder steil en paden zijn er niet. We klauteren recht door de bossen naar beneden en opnieuw wordt het handen- en voetenwerk waarbij ik soms weer hulp krijg. Een echte adventurous Bhimkoritrek. Ik kan er wel om lachen, maar heb het wel erg warm gekregen, oef wat een avontuur weer. Dhirga vertelt later dat Karma tijdens de afdaling echt ongerust was, moet om hemzelf, maar natuurlijk om mij. Maar ik vertel dat het er misschien niet altijd elegant uitziet, maar ik kom meestal wel beneden. Dan lopen we over het goede pad, naar een tante van Dhirga en Karma, waar we hartelijk worden ontvangen met thee, Dirru (maisbloem met water gebakken) en een iets te vrolijke oude man (raksi?). Ook hun tante is verdacht vrolijk... Ze denken dat ik de Dirru niet lekker zal vinden, maar ik vind het best te pruimen. Er zit wat pickle bij, dat maakt het net wat pittig, anders is het wat flauw. Dan gaan we verder. Ik dacht dat het niet meer ver was, maar de huisjes rondom het Medical Health center (Badaure) zijn voorlopig niet te zien. Het is onverwacht up-up-up. Elke keer als ik denk dat we het hoogste punt hebben bereikt, slingert het pad zich weer verder omhoog. Ik weet het, het is een klassieke denkfout die je overal in de bergen maakt. Maar we zetten door, langs een huisje, met de bocht mee en dan komen we toch bij Badaure. We bezoeken het Medical Health Center met Salam, drinken thee bij het huis van de familie van Dhirga in Anigaon en dan gaan we alweer erg laat naar Tilamsali, naar het huis van Karma's familie. Het is intussen weer pikdonker. Karma stelt me gerust dat we nu de makkelijkere route via het huis van de zuster van Chandra pakken die als kok met ons meeging op de Rolwalingtrek. Ik heb haar ook al begroet toen we gisteren aankwamen bij het kotje met de Tibetan Prayer Flags. Tot voorbij het huis van Chandra's zus gaat het wel, maar dan pak ik mijn hoofdlamp (een van de weinige dingen die ik WEL bij heb), want ik slip soms weg op het losse zand in het steile en pikdonkere landschap. Sugam en Sangam vieren alweer feest als we er aankomen en ze vliegen ons beiden in de armen. Mijn hoofdlamp is vooral interessant. Ook Kanchha is langzamerhand minder verlegen, het is een aardige jongen. Ramita's zus is er ook en als we later op de avond Dirru en Dhalbat eten, is er nog iemand. Het blijkt de nieuwe vriendin van Salam, Visnu, een knappe vrouw (blijkt pas later als ik haar in de ochtend beter zie). Ook lachen, want bij het Medical Health Center vroeg ik nog of Salam een vriendin had en hij antwoordde met nee...geheimzinnig.



Na de lange Bhimkoritrekking zijn we moe, dus zoeken we tijdig het bed op. Ik luister nog wat naar mijn MP4-speler en dan slaap ik in. Ik slaap nu in de ruimte naast de grote slaapkamer waar ik gisteren sliep. In deze kamer ligt ook een grote voorraad maiskolven, lachen. In het brede bed slapen nu de dames (Ramita's zus, Visnu en misschien ook Ramita, k weet het niet precies). Eerst kletsen ze voluit, maar even later als ik ga slapen, slapen zij ook.

Vrijdag 12-03
Vanochtend is het relaxed opstaan. Na aankleden speel ik met de kids, schrijf ik nog wat en is het vooral picture time. Maar als ontbijt eten we eerst nog Dhalbat. Jaja, om een uur of 8 's ochtends rijst met dhal. Maar ik krijg het goed weg. Karma geeft ook aan dat de terugtocht naar Kathmandu weer lang is, dus is het goed om te eten. Als ik na het ontbijt echt iedereen op de foto heb inclusief de hele familie tezamen nemen we afscheid, heel hartelijk.

Avondeten (Dhalbat) op de grond met Sugam en Sangam

Het was een heel speciaal verblijf bij een speciale familie in een speciaal dal. Dan gaan karma en ik op weg. Ik met een Nepalees sjaaltje en met ons komen ook Ramita's zus en Visnu mee naar beneden. Sugam en Sangam besluiten ByeBye te roepen tot we echt volledig uit het zicht verdwenen zijn. We dalen af naar de rivier en lopen gezamenlijk naar Mamti, ook behorend tot Bhimkori. Ik herken de omgeving van de rivierbedding goed, maar toch is het soms lastig het juiste paadje te vinden. Eenmaal aangekomen in Mamti, laten we de eerste bus gaan want de dames zijn nog even achter gebleven. Het duurt even voordat de volgende bus komt, maar dan gaan we. Alle zitplaatsen zijn bezet, maar Karma regelt dat iemand anders voor mij plaats maakt. Ik voel me een beetje schuldig. Al snel wordt duidelijk dat het een lange rit wordt. Tot Kaldunga, wat verder is dan ik dacht, is de weg onverhard, zelfs ronduit slecht. En om de 30 tot 50 meter staan in ieder dorp mensen te wachten om met de bus mee te gaan. Je kunt hier wel een efficiencyslag maken als je iedereen op hetzelfde punt laat in- en uitstappen. Ik heb het daar later nog met Karma over en hij geeft aan dat de overheid zoiets nog wel zou kunnen afspreken, maar dat in de afgelegen valleien de macht meer bij de belangrijke families in die regio ligt. Met als gevolg dat als een buschauffeur een persoon van die familie zou laten staan, de hele communie tegen de buschauffeur in opstand zal komen. Ofwel, het blijft zoals het is. Het wordt voller en voller. Ik zie een bestelbusje voorbijrijden met een volledig ingedeukt raam, maar het rijdt vrolijk verder. Op onze bus zitten inmiddels 2 geiten en weet ik hoeveel mensen want ook binnenin wordt het onmogelijk druk. Halve bruiloft gezelschappen, scholen, iedereen stapt in (lees: propt zich naar binnen). Het is benauwd warm in de bus en de bruid van het bruiloftgezelschap is als een glimworm. Even later verlaat het gezelschap met enige moeite de volle bus, maar hun plaatsen worden bijna meteen weer ingenomen. Op het einde hangen er letterlijk mensen over me heen en ligt er een laptop van iemand op mijn schoot. De Om 05.30 uur sta ik op. Ik heb me gisteravond al voorbereid en goed schoon gedoucht. Dus vanochtend ben ik goed op tijd. Net voordat ik naar beneden wil gaan, klopt Karma aan. We gaan samen naar beneden, waar de taxi al wacht. Ik heb mijn GSM (voor de tijd) en mijn MP-4 nog eens opgeladen. De taxi zet ons snel af bij een ander buspark waar de bussen naar Dhunche en Syabrubesi vertrekken. Hier ontmoeten we Jiban, die ons als drager vergezelt. Hij komt ook uit Bhimkori. Er zitten al enkele andere toeristen in de bus, maar eerst gaan we in een kotje aan de overkant nog wat eten en drinken. Dhirga bestelt een soort Tibetaans brood en met wat thee erbij smaakt het prima op deze vroege ochtend. Dan gaan we de bus in, waarna er eigenlijk alleen nog Nepali bij komen. Al met al vertrekt de bus vlot. remmen van de bus maken overigens bij iedere rembeweging een vreselijk loeiend geluid. Na een ongelofelijk lange en nog tragere rit dan op de heenreis komen we toch aan in Banepa. Ik ben vermoeid, maar blij dat we er zijn. We nemen afscheid van Visnu en in Banepa is ook Dhirga. Hij was 's ochtends om 9 uur in Kaldunga (toen vertrokken wij net van Karma's huis). Hij heeft 3 bussen laten passeren en dacht dat we wellicht al vroeger waren vertrokken. Da's op z'n Nepalees, maar ook dat we elkaar dan toch gewoon vinden... Met Ramita's zus gaan we naar Kathmandu. De bus is minder vol, al met al wat comfortabeler. In Kathmandu nemen we afscheid van Ramita's zus. We lopen naar het hotel via het heerlijk drukke Indra Chowk / Ason Tole gebied. Ik check in en leg de spullen op mijn kamer. Dhirga en Karma beamen mijn mening dat dit een prima hotel is met dito kamers. Dan gaan we naar de City waar ze regelen dat ik Nathalie bel voor Rp 4 per minuut, niet te geloven. Over 2 weken ben ik alweer thuis, dus ik heb ook het gevoel dat Nathalie er iets minder heftig in is dan in 2007 toen ik in totaal 5 weken weg was. We hebben nu in de eerste dagen regelmatig contact, via mail of telefoon. Binai is er ook met zijn blije glimlach en ik koop nog playing cards en wissel nog eens € 100,- omdat ik in het hotel toch alles contant betaal (in plaats van met creditcard). Daarna gaan Dhirga en Karma naar Dhirga's kamer. We spreken de volgende ochtend af om 6 uur voor het hotel. Ik eet die avond in het hotel, heerlijk rustig, ook helemaal niet erg om hier in je eentje een boekje te lezen, in de tuin te zitten of iets lekker te eten. 's Avonds luister ik nog naar muziek op mijn MP-4. Ik kan hem in het hotel gewoon opladen, wat luxe. Dan ga ik maar slapen, morgen zal een lange dag worden. Ik heb ook nog een email gestuurd en gezien dat Twente koploper is, en dat Savagnières-Bugnenets prima laatseizoen condities heeft, 30-50 cm en met de kou prima kwaliteit sneeuw, haha, 't is maar wat je wilt volgen in je hotel in Kathmandu.


Zaterdag 13-03


Om 05.30 uur sta ik op. Ik heb me gisteravond al voorbereid en goed schoon gedoucht. Dus vanochtend ben ik goed op tijd. Net voordat ik naar beneden wil gaan, klopt Karma aan. We gaan samen naar beneden, waar de taxi al wacht. Ik heb mijn GSM (voor de tijd) en mijn MP-4 nog eens opgeladen. De taxi zet ons snel af bij een ander buspark waar de bussen naar Dhunche en Syabrubesi vertrekken. Hier ontmoeten we Jiban, die ons als drager vergezelt. Hij komt ook uit Bhimkori. Er zitten al enkele andere toeristen in de bus, maar eerst gaan we in een kotje aan de overkant nog wat eten en drinken. Dhirga bestelt een soort Tibetaans brood en met wat thee erbij smaakt het prima op deze vroege ochtend. Dan gaan we de bus in, waarna er eigenlijk alleen nog Nepali bij komen. Al met al vertrekt de bus vlot.

Hij zit niet te vol en tot mijn verbazing rijden we vrijwel meteen een bos in. We zijn de stad dus direct uit gereden. De chauffeur heeft er zin in en rijdt bijzonder fors maar kundig over de bochtige route. Eerst bos, dan wat dorpjes en akkers en we blijven klimmen tot we prachtig enkele sneeuwreuzen aan de horizon zien. Dit is denk ik Kakani op ca. 2100 meter, niet echt een pas maar een hoge kam die we niet helemaal tot op de top bereiken. Daarna gaan we na een plaspauze in een rap tempo naar de bodem van de vallei. De Trisuli is al zichtbaar en even later staan we op de lunchplek. Een Duitse vraagt zich af wat er gebeurt; lunchtime om 09.45 uur, haha. Ik eet Dhalbat, de Duitse dames hebben geen trek (en zijn ook niet erg praatgraag). Ze moeten het zelf weten, de rit zal nog lang zijn en dit is ook de laatste stop voor Syabrubesi. Na een 40 minuten gaan we verder naar Dhunche. Voor mijn gevoel gaan we daar al vroeg zijn want we gaan als een tierelier. Maar al snel houdt het asfalt op en is het hobbelen over een zand / rotsweg. Soms is het passeren van trucks en bussen bijna onmogelijk vanwege wegwerkzaamheden of gewoon omdat het erg smal is. En Dhunche? Dat lijkt eindeloos ver. Maar goed, de snelheid van de bus ligt erg laag. De bus wordt bovendien steeds voller, met allerhande bagage van locals. Al snel zit de bus stampvol, zowel binnen als op het dak. De route klimt wel steeds verder en de hellingen worden steeds steiler. De Trisuli stroomt onderaan een gapende diepte. En dan wordt het passeren van trucks of berijden van extra smalle slechte stukken meer dan alleen spannend... Voordat we Dhunche bereiken, moeten we enkele landslides passeren. De weg is er provisorisch opgelapt en smal, vol met gaten. En de afgrond is gigantisch. Voorzichtig, maar hevig schommelend passeren we met moeite de lastige passages. Dan moet de bus een volgend bijzonder slecht stuk passeren. Nog heviger wankelt de bus naar links en dan weer naar rechts. Het linker voorwiel moet een gat kruisen en daardoor helt de bus zo ver naar links over dat zelfs Karma 'a, a, a' roept. En ik krijg de neiging om naar rechts te gaan hangen. De bus lijkt ook iets topzwaar naar links te zijn beladen (of beeld ik me dat nu in?). Maar dan zijn we er doorheen en even later bereikt de bus een Permit Checkpoint waar alle toeristen eruit moeten. Ik kan blijven zitten omdat Dhirga de permit binnen laat zien.

Eindelijk, we rijden Dhunche binnen.
 Veel mensen met bagage gaan eruit. Na een korte pauze gaan we verder richting Syabrubesi. De bus blijft eerst nog vrij lang op hoogte en ook de gapende afgronden blijven ons vergezellen Maar goed: rationeel gezien moet ik beseffen dat er hier dagelijks meerdere trucks en bussen rijden en dat het dus voor de Nepali een normale zaak moet zijn. Na Thulo Barkhu gaat de bus in een aantal haarspeldbochten richting de dalbodem. Hier wordt veel aan de weg gewerkt en er volgen meerdere lastige passages, dan wel door de werkzaamheden of het opnieuw moeten passeren van een truck of jeep. Dan volgt nog een laatste hachelijk moment waarbij de bus opnieuw vlak langs de afgrond moet. Het meisje dat voor ons zit (Brits of Scandinavisch) durft niet te kijken, slaakt een kreetje en draait naar haar vriend. Maar de bus stort niet het ravijn in, maar rijdt gewoon door, we rijden over de Trisuli en even later zijn we er: Syabrubesi (1450 m.), wat een vermoeiende tocht zeg. Ik kan me Kanchenjunga herinneren en was ervan overtuigd dat de weg nooit zo slecht kon zijn als daar. Maar deze toch regelmatig bereden weg naar Langtang doet er maar weinig voor onder. Dhirga kent de Boeddha Lodge en daar verblijven we ook. De andere toeristen reizen individueel maar voor hen is er in deze lodge geen plek. Er is maar 1 kamer beschikbaar want er wordt nog een groep verwacht. Daarom slaap ik op 1 kamer met Karma en Jiban. Dhirga slaapt waarschijnlijk ergens beneden bij de Nepali... Er komt inderdaad een vrij grote groep (ik gok) Polen die, naar later blijkt, de Tamang Heritage trial doen. Ik eet soep en Chowmien, lekker. Karma, Dhirga en Jiban hebben Dhalbat besteld, maar omdat de groep al vrij snel aanschuift om te gaan eten, komen onze Nepali op de tweede plaats. In totaal moeten ze ruim 2 uur wachten en krijgen ze om 21 uur Dhalbat. Tja, tourists first... Dhirga laat de intinerary voor de komende dagen zien. We spreken af dat we wel kijken of het sneller of langzamer gaat. Ik heb de indruk dat we voldoende tijd hebben en dat sommige dagtochten misschien wel heel kort zijn. Dan gaan we naar de kamer die best netjes is. De common bathroom is ook oké, naar Nepalese begrippen dan.


Zondag 14-03

Om 7 uur is het ontbijt en ik ben op tijd beneden. Mijn spullen heb ik al gepakt. Ik had bij het douchen mijn toiletrol in de badkamer laten liggen, niet zo slim, want nat is ie niet meer bruikbaar. Ik heb redelijk goed geslapen. Achteraf was het bed / de matras vrij hard. Voor het ontbijt heb ik 4 toast, jam en omelet, 1 toast krijg ik niet op. De 3 vrienden eten Noedelsoep, oef, moet er niet aan denken om 7 uur 's ochtends... We zijn net wat eerder dan de grote groep, dus zijn we vlot klaar en kunnen we starten. Syabrubesi is vooral een verzameling van lodges en we lopen het dorp uit richting het noorden. Rechts zien we de kloof naar de Langtangvallei, maar wij gaan nog even rechtdoor. Dhirga vertelt dat de weg tot Syabrubesi doorloopt tot in Tibet en dat er vanaf gisteren ook verkeer mogelijk is. Blijkbaar hebben een stuk of 5 jeeps het traject afgelegd. Maar alleen locals mogen. We komen bij een permit checkpoint waarna we de Trisuli (of hier nog Bote Khosi?) oversteken. We zijn een Japans echtpaar gepasseerd dat al aardig op leeftijd is en met kleine vinnige stapjes best doorloopt. We gaan klimmen over een redelijk pad. Na een half uur vragen Dhirga en Karma in een minuscuul dorpje naar de juiste route, want we dwalen een beetje de verkeerde kant uit heb ik het idee (en zij volgens mij ook). Maar vanaf dan is de route duidelijk. Via een watervalletje klimmen we nu naar een groter pad. Vrij direct en steil tussen bossen en soms wat akkers klimmen we en al snel winnen we hoogte. Er is een groepje met zo lijkt het, een beetje arrogante chinezen, we denken wegarbeiders van de route tussen Tibet en Nepal. Ook zij klimmen omhoog en ik ben blij als we ze even later toch echt achter hebben gelaten. Al vrij vroeg komt aan de overzijde een prachtige sneeuwkam in zicht, een uitloper van de Ganesh Himal. Het is droog. Dat was gisteren tijdens de bustocht vervelend omdat het zand continu de bus in waaide. Ik heb vandaag ook last van mijn keel en neem enkele strepsils. Overigens had ik tijdens de bustocht mijn blauwrode sweater aan. Die was na aankomst in Syabrubesi werkelijk zo geel als een kanarie en de geelheid is er niet makkelijk af te krijgen. De akkers liggen er hier totaal verdroogd bij. Zonder irrigatie is nu niets mogelijk. Hoewel de Chinezen ons bij een pauze weer bijhalen, passeren we ze later weer en we klimmen vlot door. Dan komen we al vroeg bij Khangjum (2200 m.) waar we op een mooi terras een lunchpauze houden.


Dinsdag 16-03

Vanochtend scheer ik me buiten met ijskoud water en dan besluit ik om ook mijn haar te wassen. Het is echt koud maar na afloop voelt het goed. Ik warm binnen bij het ontbijt weer op: hete melk met muesli (ben ik geen fan van maar het lijkt me goede fuel en goed om aan de hoogte te wennen). Ik eet daarvoor nog een heerlijke pannenkoek. En dan gaan we om 07.30 uur rustig op weg. Eerst passeren we een Checkpoint waar Dhirga de permit laat zien en ik mijn handtekening moet zetten. Wie weet waar het goed voor is... Bij een volgende groep lodges (3200 m.) ziet Karma het Duitse meisje, maar ze vertrekt nog niet. Ik heb haar overigens niet gespot. De omgeving is mooi want langzaam komen ook wat sneeuwreuzen aan het einde van het dal in zicht. 's Ochtends zagen we al een mooie gletsjertong van de Langtang Lirung. In Langtang Village zien we de Japanse ouderen die in het eerste deel van het dorp verbleven. Zij zijn niet via de hoge route maar via de main route het dal ingelopen. Knap hoor dat ze hier ook omhoog komen. In het tweede deel van Langtang Village drinken we thee en komen wat later de Japanners ook aan. Hun gids vertelt ze dat ze beter hier kunnen lunchen, want tot Kyanjin is er geen lunchplek. Dat terwijl ze waarschijnlijk net 45 minuten lopen. Maar hun tempo is erg laag. Wij gaan rustig verder en de schitterende Ganchenpo komt nu volledig in zicht. De sneeuw ligt aan de schaduwzijde tot in het dal. De zonzijde is grotendeels kaal. De route naar Kyanjin is eerder lang dan steil, not rally my type zullen we maar zeggen. Ik voel mijn hoofd ook licht bonken. Na talloze foto's van de Ganchenpo en bultje na bultje komen we rond 12.30 uur eindelijk bij Kyanjin. Ik moet vanmiddag goed drinken. Om ongeveer 13 uur eet ik lekkere verse vegetable soup en vegetable Chowmien. Er zit ook een wat oudere, niet erg praatgrage Duitser. De hele middag spelen we kwartet, iedereen wint wel eens, dus dat is goed. Karma moet zijn zegereeks eerder dus delen met de anderen... In deze kleinere dining room zit een groepje Duitsers, wat Engelstaligen en een frans koppel. Maar iedereen is redelijk op zichzelf gericht. Ik vind het ook wel prima. Als ik van een toiletstop terugkom, praten Karma en Dhirga wat met de jonge Franse man. En even later praten we ronduit over mogelijke trekkings en hun plannen, mijn genoten trekkings en meer. Ze komen uit Lyon. 's Avonds eet ik weer soep (die ik zowel op de grond, als op mijn broek, als ruimschoots over de tafel mors) en momo, lekker, maar gisteren was het beter. Daarna praten Karma, Dhirga en ik over de plannen en kosten voor de komende dagen. Kyanjin is duur en de vraag is of we voldoende budget hebben om hier langer te blijven. Dhirga heeft de kosten steeds aan Karma doorgegeven en die heeft het opgeschreven in zijn schrift. Maar ze hebben de cijfers zo niet paraat. Ik maak een opzet en kom tot een bedrag dat binnen het budget zou moeten passen. Ik heb in nood nog € 50,- die volgens Dhirga in Dhunche ook geaccepteerd worden, bijvoorbeeld voor de overnachting en de busrit terug aldaar. Ik hoop maar dat het met het geld allemaal uitkomt. Als we eruit zijn, gaan we slapen. We hebben ook gediscussieerd over wat we morgen gaan doen. De Nepali willen morgen Tsergo RI (4984 m.) beklimmen, maar Dhirga geeft aan dat Karma wat hoofdpijn heeft gehad vandaag. Ikzelf voelde me ook niet helemaal top met wat hoofdpijn. Het weer is ook onzeker, maar dat is voor de Nepali juist de drive om morgen toch te gaan. Misschien is het een dag later wel slechter weer, maar dat is een beetje een vreemde redenering voor mijn gevoel. Misschien is het overmorgen wel schitterend weer, wie zal het zeggen. Vanmiddag sneeuwde het een klein beetje. Als we de Tsergo RI beklimmen, moeten we een packlunch meenemen en vroeg vertrekken. Na ampel beraad besluit ik dat we de kortere tocht naar Kyanjin RI doen. Omdat het koud zal zijn vannacht besteed ik veel aandacht aan het zo warm mogelijk maken van de slaapzak. Ik trek mijn thermo ondergoed aan en luister nog naar muziek. En natuurlijk als ik wil gaan slapen, moet ik weer naar de toilet. Toch maar gegaan. Gelukkig heb ik het vannacht echt lekker warm.


Woensdag 17-03

Als ik vanochtend mijn alarm hoor afgaan, klopt Dhirga 10 minuten later op de deur. Het is goed weer. Ik sta op, toiletgang, aankleden en dan ontbijt. De muesli krijg ik deze keer niet helemaal weg, maar de melk is goed en de pannenkoek lekker. Karma en ik voelen ons allebei goed. Als ik in mijn kamer de rugzak klaarmaak, krijg ik uit het niets een pijnscheut ergens boven rechts in mijn rug richting mijn schouderblad. Ik ga even zitten, dat kan toch niet waar zijn, ik probeer te ontspannen en voorzichtig te bewegen. Ik ga even zitten, het trekt wat weg en even later denk ik dat lopen toch wel goed gaat. Dat klopt gelukkig. Ik begin wat stijfjes, maar de pijn is weggetrokken. De Duitsers die naar Tsergo RI willen, vertrekken later dan wij (06.35 uur). Voor mij is 7 uur te laat. De klim naar Kyanjin RI begint meteen goed steil, we lopen eigenlijk gewoon bijna recht omhoog. Het is zwaar en voorlopig is het uitzicht beperkt doordat we in een soort brede geul klimmen. Het is bovendien best glad, want er ligt een centimetertje verse sneeuw op het toch al losse zand. Na een aantal keer pauzeren komen boven op een pas eindelijk wat steenhoopjes in zicht en dan ontvouwt zich een subliem panorama. Een grote ijsval recht voor ons. En het ietwat bewolkte weer klaart ook wat op. We genieten van het uitzicht en ik maak meerdere foto's. Je kunt vanaf hier ook de top zien die iets hoger ligt, en over een soort hoogtepad bereikbaar is. Daarna lopen we over de kam naar de top. Nu staan we recht tegenover Langtang Lirung (7245 m.), schitterend. Ook de andere kant van het dal is mooi met ondermeer Naya Kanga (5846 m.). Even later komt het Duitse meisje ook op de top, ze heet Annalea. We praten met z'n allen volop. Ze studeert voor tandarts en ze gaat vandaag nog afdalen naar Riverside Lodge om via Gosainkund naar Helambu en Kathmandu te lopen. Da's een strakke planning voor 7 dagen, maar ze loopt goed, heel goed. Met de afdaling lopen we een stuk samen naar beneden. Als wij wat later pauzeren, loopt zij vast door. De sneeuw op de route is onder invloed van de zon en het iets warmere weer al snel verdwenen. Terug in Kyanjin komt Annalea nog even langs om gedag te zeggen, erg aardig. Rond de middag zitten we buiten in het zonnetje, eet ik soep, best relaxed. Later betrekt het weer. We willen de Gompa die middag nog bezoeken, maar deze blijkt gesloten en bovendien erg klein. De Cleese factorij ernaast is 57 jaar oud, schijnbaar de oudste in Nepal en iets waar Nepalezen erg trots op zijn. We gaan terug naar de warme dining room in onze lodge. We kaarten (toepen), ik heb het ze snel geleerd. De dining room zit goed vol. Ik bestel voor het avondeten potato soup en vegetable Chowmien. Het smaakt zoals altijd heerlijk. Door de drukte maar vooral door de flink opgestookte kachel is het nogal warm. Morgen gaan we naar Tsergo RI, dus vandaag maar niet te laat naar bed (komt sowieso nooit voor). Ook hopen we op mooi weer. De Duitse groep van 5 gaat morgen terug naar Langtang Village en vanavond zingen hun Nepali erop los, leuk. Overigens hebben de 3 Duitsers die naar Tsergo RI gingen de top niet bereikt. Ik vang op dat er nogal veel sneeuw lag, dat een van de vrouwen met haar been een meter in de sneeuw wegzakte en dat het zo vermoeiend was dat ze zijn omgekeerd. Ik ga om ongeveer 20.30 uur naar mijn kamer waar ik nog even naar muziek luister.

 

Ik voel me niet bepaald top, maar de bestelde appelpannekoek is zondermeer heerlijk. De Nepali eten natuurlijk Dhalbat en we bekijken ook de kleine Gompa. De vrouw van het restaurant waar we eten is wel slim. Karma geeft na onze lunch op haar vraag aan dat het heerlijk is geweest maar dat zowel zij als ik echt genoeg hebben gehad. Als de Nepali even later de handen gaan wassen bij een stroompje komt ze nog eens aan mij vragen of ik niet nog zo'n heerlijke appelpannekoek wil, haha. Na een lange middagpauze ben ik ietsje uitgerust, het is goed warm als we weer op pad gaan. Langs vele akkers en vervolgens door mooie bossen (met enkele Rododendrons) klimmen we steeds maar. Na een pauze op een grote steen in de bossen bereiken we eindelijk een top met Tibetan Prayer Flags.


Vanaf dan gaat de route Nepali flat verder, dus up en down en up en down. Mijn energie is ver op, maar de vallei en het uitzicht is ondanks het erg vage weer (zeer hazy) prachtig. We lopen over een soort hoogtepad met schitterende blikken op de zeer diepe vallei. Telkens als ik denk dat we niet meer hoeven te klimmen, komt er toch weer een stukje omhoog. Dan komt Sherpagaon in zicht en als we bij de Pangsang View Lodge aankomen, ben ik echt op. We zitten hier wel heerlijk en de kamers zijn netjes. Ik deel een kamer met Karma. Er is ook een Japanner met wie we vooral bij het avondeten wat langer kletsen. Ik bestel vegetable soup en vegetable Chowmien. Het is lekker en te veel. De vrouw van de lodge is echt aardig, een heel gemoedelijk en hartelijk iemand. Het is hier echt leuk in een wat meer afgelegen dorpje, precies wat ik had gehoopt door met deze hoge route te starten. Er zijn, behalve een Japanner die megadagtochten in de planning heeft, geen andere toeristen. Als we 's avonds eten, begint het zowaar te druppelen. Het werd al donkerder, maar vaak waait het slechte weer ook weg. Niet deze keer, we horen in de verte gedonder en als we echt gaan eten, barst het helemaal los. Flinke hoosbuien worden afgewisseld met gigantisch veel weerlicht en donderslagen. Vooral het weerlicht is indrukwekkend. We spelen vandaag ook het kwartetspel dat Karma van Ria voor zijn kids heeft gekregen en dat ie heeft meegenomen op de reis. We hebben veel lol en Karma wint vaak. 's Avonds voel ik me iets beter en als ook de toiletgang goed gaat, voel ik me gesterkt voor de komende dagen. Ik heb het wel koud en ga voor het naar bed gaan bij het haardvuur zitten.


Maandag 15-03

Het heeft vannacht nog een tijd geregend en als Karma vanochtend opstaat, zegt ie dat er hogerop veel sneeuw is gevallen. Wat later jump ik in mijn slaapzak naar de deur en zie dat de sneeuw tot onder de boomgrens is gevallen, tot ongeveer 3000 meter. Oef, dat is laag, wij gaan deze trekking veel hoger. Het is nog steeds koud hoewel het wolkendek langzaam opentrekt. Om 8 uur hebben we ontbijt: 2 Tibetan bread met jam en 1 gekookt ei. Helaas lijkt het wat dikkere Tibetan bread verdacht veel op Chapati, maar het is oké. Na black tea drink ik een slok Tibetan tea, op aandringen van de gastvrouw en Karma. Maar deze yakbotervariant is net als op de Kanchenjunga en Rolwalingtrek niet aan mij besteed, echt smerig. Ook Jiban proeft en hij trekt een zuur gezicht, haha, precies zoals ik erover denk. Hoewel mijn keel nog rauw is en slikken soms zeer doet, voel ik me toch beter. We vertrekken rond 08.45 uur. Het is nog onduidelijk waar de tocht vandaag zal eindigen. We lopen het mooie hoogtepad verder af totdat Karma en Dhirga me plots op een hele grote groep white monkeys wijzen. Wat gaaf. Ik probeer een tijdlang dichterbij te komen en klim zo zachtjes mogelijk door de bushbush steil omhoog, maar steeds als ik iets dichterbij kom, gaan zij ook ietsje terug. Een leuk spelletje, dat zij afgetekend winnen. Ik kom geen steek verder, haha. Wel jammer dat er zoveel struiken zijn. De apen zijn maar zo'n 20 meter verwijderd, maar een goede foto is nauwelijks te maken door de bushbush. En als ze even in beeld zijn, zijn ze een halve seconde later alweer uit beeld verdwenen. Ik ben er ook van overtuigd een gierachtige hoog in de lucht te hebben gespot die met zeer lange en smalle vleugels op de thermiek naar boven zweeft. Daarna dalen we wat af richting Rimche. In Rimche bereiken we de grotere route richting het Langtangdal. Ik ben benieuwd of het nu veel drukker wordt. Maar het valt alleszins mee. Vanaf Rimche gaan we wat op en af door bosrijk gebied, nog altijd wat boven de rivierbedding van de Langtang Khola. Even later bereiken we Lama Hotel. Het ziet er niet eens zo groot uit als ik had gedacht. En het is verlaten, wat heerlijk rustig. We zijn hier zo vroeg dat zelfs lunch niet handig is. Dhirga stelt voor om naar Riverside Lodge te gaan en morgen naar Langtang. Ik pak de Lonely Planet en vind dat dat wel heel kort is. Mijn voorstel: naar Ghora Tabela en morgen naar Kyanjin Gompa. Dhirga zegt dat er in Ghora Tabela maar 1 lodge is, maar ik denk dat het met de drukte wel meevalt. Een beetje schoorvoetend gaan we op mijn voorstel in (tenminste, zo vat ik het op). We drinken thee in Lama Hotel en gaan daarna op weg naar Riverside Lodge, een mooi plekje aan de Langtang Khola waar we lunchen: ik Egg Chowmien; wat minder in hoeveelheid en iets minder smakelijk, maar toch prima. Riverside Lodge is eigenlijk vrij kleinschalig: het valt me tot nu toe allemaal 100% mee met de grote toeristenstromen. We zien zelfs nauwelijks andere trekkers. Aan de overkant van de rivier zie ik nog een prachtige vogel met bijzonder lange staart (voor mij een soort paradijsvogel). Na de lunch komen we een Engelsman tegen die zegt dat er ergens een rode panda gezien zou zijn. Hij komt hier wel voor, maar is zeldzaam en zeer schuw. Begrijpelijk turen we vanaf dan onafgebroken in de bossen naar een bewegende rode vacht ergens hoog in de bomen...maar meer dan prachtige mossen, enkele rododendrons, verschillende eekhoorns en wat vogels krijgen we niet te zien. Het pad klimt nu wat verder met af en toe steile stukjes. Nadat het bos plaats maakt voor enkele open stukken komen we bij Ghora Tabela. Het is een mooie en ruim opgezette plek waar we in de middag in de zon lekker kwartetten. We zitten hier inmiddels op ongeveer 3000 meter. Eén van de Duitse meisjes die in de bus naar Syabrubesi zat, komt wat later en vertelt dat ze alleen is omdat één van haar vriendinnen al dagenlang ziek is. Omdat ze zelf maar 9 dagen heeft, heeft ze besloten om zonder het andere duo omhoog te gaan.

Het is die middag erg rustig, heerlijk. Behalve een Noorse wildeman (!) die komt en gaat, zijn we alleen in Ghora Tabela, een beetje onwerkelijk...waar is iedereen? Uiteraard kaarten we weer en 's avonds eet ik Noedelsoep gevolgd door een overheerlijke fried vegetable momo. We zitten daarna dichtbij het vuur en kletsen tot een uur of 9: bed time. Ik lig helemaal alleen in een kamer van het gebouw waar trekkers verblijven. De Nepali slapen gezamenlijk in een Nepali house. Nadat ik tanden heb gepoetst en 'small toilet' heb gedaan, ga ik liggen, nog even mijn oefeningen doen en een oorworm verwijderd (!@#). Dan luister ik naar wat muziek. Ik heb het in mijn slaapzak redelijk warm. Na een tijdje besluit ik te gaan slapen. De nacht is onrustig. Ik heb het toch net te koud, volgens mij kruipt er meerdere keren een muis rond (!@#) en ik heb last van mijn rug. Het matras van de lodge is denk ik te dun waardoor ik het gevoel heb op het hout te liggen. Het valt nog mee als ik op mijn rug languit lig, maar zodra ik bijvoorbeeld op mijn zij ga liggen, lig ik voor mijn gevoel met mijn middel zo op de houten planken. Na mijn matje te hebben opgeblazen, is het een verademing. Dat had ik eerder moeten doen. Ik droom diep en doordat mijn neus 'loopt' slaap ik met mijn mond open met (echt lekker) de nodige kwijl in mijn slaapzak als ik op mijn zij lig, ugghhh.

Mijn hoofdpijn houdt wel aan en zeurt continu, ook als ik zit, ik probeer even op een rustige plek tot mezelf te komen om mijn hoofdpijn te laten zakken. Ik maak veel foto's en we drinken water en eten biscuits (dat is onze lunch). Voor ons waren 2 Russen op de top waarvan de man dacht alleen zijn onderbroek in de zon te hoeven aanhouden (!?). In de zon is het lekker, maar dit is gewoon crazy. Het zijn wat excentriekelingen, maar hij heeft wel een ijzeren conditie, want hij was snel op de top. Zijn lichaam is ook gespierd. Even later komen ook enkele anderen en wij besluiten terug te gaan. Ik vraag ook zelf of we terug zullen gaan, want mijn hoofdpijn zakt niet, het wordt eerder erger. En ik heb een beetje vrees voor de afdaling. Omhoog was het zo ontzettend zwaar met de rotsen en de sneeuw en ik ben bang dat het gevaar om te slippen tijdens de afdaling groot is. En die hoofdpijn, het wordt steeds sterker. Het eerste deel van de afdaling van de top is inspannend en lastig. Mijn hoofd lijkt wel te ontploffen, pffffff, dit is echt niet goed. Dhirga adviseert om iets van medicijnen te nemen en even later neem ik toch maar een paracetamol (hoewel geadviseerd wordt om dat beter niet te doen zodat je weet of je nog last van de hoogte hebt). Natuurlijk gaan we naar beneden en komt er automatisch meer zuurstof in de lucht, maar zover is het nog lang niet. En als we bij de afdaling het tempo hebben van de klim, dan is deze afdaling niet iets om op te verheugen. Hoewel de hoofdpijn voorlopig aanblijft, moet ik toegeven dat de afdaling toch meevalt. Het is handen- en voetenwerk in de rotsgordel maar afdalen over matig steile sneeuwhellingen is geinig en gaat goed. Als je glijdt, glijd je gewoon wat extra centimeters naar beneden en gevaarlijk is het hier niet meer (de rotsen zijn we voorbij). Als daarna ook de sneeuw ophoudt, gaat het opeens snel. Mijn splijtende hoofdpijn maakt plaats voor gezeur en als we even later richting dalbodem gaan, wordt het zelfs licht. Oef, wat ben ik blij. We sprinten bijna naar beneden en maken er een wedstrijdje van: snel afdalen kunnen we allemaal. Een kwartier nadat we de top verlieten, zijn de wolken komen opzetten en nu gaat de top volledig achter wolken schuil. En het hele dal is plots gevuld met wolken, hoe snel kan het gaan. Karma blijkt ook hoofdpijn te hebben en beneden in het dal krijgt hij een bloedneus. Hij vindt het wel normaal, maar ik ben blij dat we weer beneden zijn met voldoende zuurstof. Als we terug naar het dorp een klein stuk omhoog moeten, merk ik hoe moe ik ben. Mijn doorlopende druppelneus (die ik nu op Nepalese wijze leeg) en een vervelende hoest dragen niet echt bij aan een topconditie. Maar wat een ontzettend mooi uitzicht, als een droom gewoon waarin alle reuzen zich echt op het allerlaatste moment lieten zien, fantastisch. Nu we weer beneden zijn, heb ik een brede smile op mijn gezicht, echt genieten. Als ik even later aan de potato soup zit, is mijn hoofdpijn zelfs geheel verdwenen. Ik was me deze middag onder de lauwwarme straal van een solardouche. Ik ben eigenlijk net te laat, want de zon is verdwenen en voor mij hebben enkele andere toeristen het waarschijnlijk spaarzaam aanwezige warme water verbruikt. Ik was ook wat kleren (zo goed als het kan). In de lodge is een groepje van 4 Nederlanders aangekomen en wat jonge Engelsen. Ik klets vandaag gezellig met de Nederlanders, ze zijn sympathiek. Voor het diner bestel ik opnieuw potato soup en vegetable momo. Het smaakt goed. Voor en na het diner kaarten we en spelen we kwartet. De Nederlanders naast ons hebben de grootste lol met ons Sesamstraat-kwartet. Ze dachten het al gezien te hebben, maar nu liggen ze helemaal krom met Ieniemienie, Pino en de anderen. Zij 'pesten' deze avond. Dat heb ik ook lang niet meer gedaan, ik let even goed bij hun op wat de spelregels ook alweer zijn, want dat lijkt me ook nog leuk om te doen met de Nepali. Na nog even na gekletst te hebben met Monica, de wat oudere (48 jaar) Nederlandse ga ik naar mijn kamer en luister naar muziek. Morgen is het wederom vroeg op met ontbijt om 6 uur. Ik maakte vanavond bij het diner trouwens nog een leuke blunder. Wij gokten met ons vieren wat de relatie tussen de Nederlanders was, we dachten dat Monica de moeder was van de medereiziger....blijkt er echter maar een jaar of 4 tussen te zitten en het zijn gewoon vriendinnen, haha. Monica schrok er nogal van en gierde toen van het lachen.


Vrijdag 19-03

Wel vermoeiend om weer zo vroeg op te moeten. Maar als ik eenmaal op ben, valt het wel mee. Omdat Langshisa Kharka ook een redelijk lange tocht is, heb ik vanochtend weer hot milk met muesli en een plain pancake besteld. Het duurt altijd even voordat ik die enorme kom met muesli op heb, maar het is goede fuel zullen we maar zeggen. Jiban blijft vandaag in Kyanjin want hij is nog vermoeid van de tocht van gisteren. Toen leek het overigens nog alsof hij de berg op dartelde...Nadat het ontbijt weer langer op zich laat wachten, vertrekken we even na 7 uur. Eerst dalen we een stukje af naar het vreemd kleurige duinzand verderop in de vallei. We lopen goed door en als het dal een lichte knik naar het oostnoordoosten maakt, komt voor het eerst de woeste Langshisa RI (6370 m.) in zicht, een prachtige berg. We lopen verder, het pad is niet moeilijk, vrij vlak met soms een stukje stijgen. We begrijpen niet echt waarom dit als een full-day excursion van 6,5 – 7,5 uur wordt aangegeven. Al snel komt ook de gigantische sneeuwkolos van Pemthang Karpo RI (6830 m.) in zicht. Ook de zuidzijde van het dal is mooi. Overigens hadden we aan het begin terugkijkend ook al prachtig uitzicht op langtang Lirung (7245 m.). Als we een volgende alm bereiken, geeft Dhirga aan dat een gids hem vroeger heeft verteld dat dit Langshisa Kharka is. Maar ik leg uit dat in de Lonely Planet staat dat we op de uitloper van een morene eerst nog naar een viewpoint (4100 m.) moeten klimmen waarna de Kharka met Tibetaanse vlaggen zichtbaar moet worden. Dhirga zoekt een weg tussen de keien en struiken aan de voet van de morene. Er lopen verschillende routes en we lopen eerst vrij rechtdoor naar de morene, omdat dit de meest duidelijke route is. Maar de beschrijving van de Lonely Planet herkennen we hierin totaal niet, dus we besluiten even later toch maar de andere route te proberen. En inderdaad, zoals het boek beschrijft, bereiken we verderop een krakkemikkig bruggetje om een stroom over te steken. Daarna klimmen en lopen we wat moeizaam om de morene heen om dan toch te gaan klimmen, even steil en dan zoekt het paadje een weg om de moreneheuvel. Al met al zijn we hier best wat tijd aan kwijt. Maar dan plotseling, een heerlijk uitzicht op het daleinde van de Langtangvallei. Rechts Pemthang Karpo RI, nu heel dichtbij en links sluiten een aantal prachtige steile sneeuwreuzen aan. Wat een geweldige plek. Rechts, zowat om aan te raken de super steile Langshisa RI. We lopen naar beneden naar Langshisa Kharka met de Tibetaanse vlaggen. Leve de Lonely Planet, de beschrijving klopt als een bus. En even voor de Kharka komt rechts in een zijdal Kanshurum (6080 m.) tevoorschijn en wat later de fantastische sneeuwpyramide van Urkeinmang (6151 m.). Dorja Lakpa is niet te zien, maar die heb ik gisteren natuurlijk al gezien. Het is winderig. Ik besluit achter de alm nog wat omhoog te lopen om te kijken of ik een nog beter uitzicht krijg op het dal naar het zuiden. Dit is ook het dal van de Langshisagletscher en Tilman's pas (5320 m.) naar Helambu en de zuidzijde van Jugal Himal. Dat is voor nu geen haalbare kaart. Het uitzicht wordt niet echt weidser hoewel ik wel net de tong van de met puin bedekte gletsjer kan zien, een heel eind dal inwaarts. Weer beneden drinken we en eten we wederom biscuits.
We beginnen aan de terugtocht. Eerst een klein stukje klimmen, terug naar het viewpoint. Met de zelfontspanner maak ik hier een hopelijk prachtige foto van ons drieën en de geweldige dal afsluiting. We gaan om de morene heen, naar beneden het riviertje over en dan begint de vlakke etappe naar Kyanjin Gompa. Het was heel mooi, maar al snel wordt duidelijk dat de terugweg nog heel lang is. Het gaat op en neer en we lijken maar niet echt vooruit te komen. De berg waar het dal een knik maakt richting Kyanjin is nog enorm ver We zijn alledrie moe, heel moe. De weg terug is extreem lang, of komt het omdat we nog moe zijn van gisteren en alle afgelopen dagen? Als we gaan zitten eet ik een paar Dextro's, pfff, ik ben echt aan het eind van mijn latijn. Met de blik op oneindig en op het tandvlees van het tandvlees leggen we kilometer na kilometer af. Eindelijk komen we bij de berg die de knik van het dal beheerst en nu heb ik het gevoel dat het niet meer zo heel lang duurt. Maar al snel blijkt dat gevoel onterecht. Eerst nog langs het (buiten gebruik zijnde) grasvliegveldje en dan...tergend langzaam...komen we dichterbij de uitgestrekte zandvlakte. En ja hoor, dan moeten we nog een stuk omhoog richting Kyanjin. Juist als ik denk dat ik daar echt geen puf meer voor heb, krijg ik wat energie, misschien omdat het einde nadert. Nog even en dan, oef, ik plof neer op op het terras van onze lodge. De andere Nederlanders zitten er ook. Zij hebben Kyanjin RI niet gehaald. Verbazend, want zo ver was dat nu ook weer niet. Ik blijf nog lang buiten uitpuffen, krijg black tea en heerlijke potato soup. Later lig ik een tijdje in mijn slaapzak naar muziek te luisteren. Het is buiten nog steeds mooi weer, anders dan andere dagen toen het in de middag steeds snel betrok. Nadat ik een beetje ben uitgerust ga ik als eerste naar de Dining Room waar de kachel net wordt aangemaakt. Ik klets die avond volop met de Nederlanders want alle andere gasten zijn vertrokken. Ofwel, het is lekker rustig. Ik weet vegetable soup en french fried potatos. Ik had zin in iets anders. Het is lekker maar wel zout en vooral erg vet. Morgen maar weer terugpakken op mijn momo's en Chowmien, haha. We toepen weer en besluiten morgen om 7 uur te ontbijten en om 07.30 uur te vertrekken. Ik ben ook benieuwd wat het morgen gaat kosten, want de precieze prijs blijft gissen. Het blijft voor mij onduidelijk wat de kosten voor verblijf en eten van de Nepali zijn. Voor 4 volledige dagen hebben we 12.000 Rp begroot, dat moet toch ongeveer wel kloppen. Karma en Dhirga vertellen ook dat het de afgelopen dagen best lastig was afspraken te maken met de eigenaars van de lodge. Want ze hebben liever een enkele drager voor een hele groep toeristen. De toeristen betalen het volle pond, terwijl bij onze groep de verhouding scheef ligt. Ik zeg dat de eigenaar niet moet zeuren, dat hij ons als gasten heeft geaccepteerd en daarmee af. Later blijkt dat Karma en Dhirga bij aankomst de eigenaren zelfs nog wat op de mouw hebben gespeld over een verkenningstocht voor nieuwe toeristengroepen. Anders hadden we geen plek gekregen, belachelijk. Ik luister 's avonds nog lekker naar muziek en val er zelfs mee in slaap.


Zaterdag 20-03

De afgelopen dagen heb ik veel last van een loopneus en een vervelende rochelhoest gehad. Er komt ook van alles uit mijn neus, geel, groen en andere rotzooi. Hopelijk wordt het minder als we vandaag gaan afdalen en er weer meer zuurstof in de lucht komt. Ik denk dat de aanleiding de zware en vooral extreem stoffige bustocht was. Voor de afwisseling heb ik nu 2 pannenkoeken voor het ontbijt en geen melk met muesli, tja, we gaan weer naar beneden, dus het vocht is misschien minder nodig. Al met al is het geen topontbijt, maar ach, de afdaling zal meevallen. Ik heb goed geslapen en als ik mijn spullen na het ontbijt klaarmaak, ben ik benieuwd wat de kosten zullen zijn. Het blijkt 12.030 Rp te zijn. Dat vind ik nog eens strak begroot en ook wel een net bedrag van de eigenaren. Voor de Nepali zijn de overnachtingen niet berekend en is alleen Dhalbat opgevoerd. Prima. Karma en Dhirga vertellen dat de eigenaren nu op deze laatste dag toch vriendelijker en schappelijker zijn. Dan gaan we van start, we lopen vlot, maar Langtang Village ligt niet zozeer veel lager, maar vooral wat verder terug in het dal. Een typische tocht waar ik niet zo van houd. Ik kijk nog een paar keer terug naar de schitterende bergen in de Langtangvallei, we hebben geweldige tochten gemaakt met fabuleuze uitzichten.... Ik heb overigens gelezen dat er in Thulo Syabru Internet is, dus misschien kan ik Nathalie morgen mailen. Ik heb ook weer zin om volgende week lekker naar huis te gaan. Maar eerst nog een paar mooie dagen. Langtang Village was inderdaad vrij ver, maar we lopen vrij goed vandaag. Tegelijk met ons lopen ook de 2 Engelse jongens naar beneden die in de lodge verbleven. De lange jongen is niet zo spraakzaam en loopt trouwens ook minder goed dan de wat stevigere van de twee. Hun Nepalese begeleider is een beetje een knappe en populaire jongen die liever met onze groep Nepali kletst dan dat hij bij de Engelsen blijft. Dat vind ik niet zo netjes, en volgens mij vind vooral de langere jongen dat ook niet. Maar goed, even later splitsen onze groepen toch weer. Als we het checkpoint voor de permit hebben gepasseerd, komen we bij Ghora Tabela. Wat een verschil met de heenreis! Het is er loeidruk met megaveel trekkers die er lunchen. Dat gaan wij dus niet doen, we lopen door mooie bossen verder naar beneden richting Riverside Hotel (2770 m.). Het is best lang maar we dalen vandaag snel. Bij de lunchstop eet ik een overheerlijke en grote vegetable momo en een kleine kom soep. De Engelsen komen ook weer langs, ik klets even met de wat stevigere jongen. Na het eten ga ik nog even lekker languit liggen, het is warm in de zon maar liggen doet wel goed. Ik doe mijn schoenen weer aan en we vervolgen onze afdaling. Hoewel we grotendeels afdalen, moeten we steeds ook stukjes klimmen. Als ik goed terugdenk aan de heen route klopt dat wel, maar ik was het wat vergeten. Het klimmen gaat op zich goed, maar het maakt dat we nog meer moeten afdalen. Onderweg zien we kleine bruine aapjes in de bossen, een kleine groep. Bij Lama Hotel is het nu nog rustig, maar dat zal wel anders worden... We lopen daarom door en moeten eerst weer een stukje klimmen naar Rimche en dan volgt een steile zigzag afdaling over kurkdroge en stenige paadjes. We zijn moe. Al met al zullen we, met de extra klimmetjes, vandaag ruim 2000 meter afdalen. En dat is heftig, zeker na de inspannende tochten van de voorbije dagen. We voelen het alle vier. Ook Dhirga puft vandaag. En dan, eindelijk komt Bamboo Lodge in zicht. Het ligt best mooi tussen de bossen dichtbij de bulderende Langtang Khola maar wel met de fijne avondzon. Ik praat met een rusteloze Canadees (die in iedere 3 zinnen 'fuck' gebruikt) en met een Fransman die net als ik met Karma ook zijn eigen sponsorproject heeft voor de kinderen (school – studie) van zijn Nepalese vriend. Bamboo Lodge bestaat uit meerdere lodges en wij zitten in de bovenste waar ik een nette kamer heb. Ik scheer me en was mijn haren, heerlijk om je weer wat schoner te voelen. Als ik even later buiten op het terras zit, droom ik even weg bij de ondergaande zon boven de Tibetaanse gebedsvlaggetjes die de huisjes met elkaar verbinden. Voor het avondeten bestel ik eens een keer iets anders, ik heb wel trek: Egg fried Rice en steamed vegetable momo. Beide smaken uitstekend. En het zijn de echte kleine momo's zoals ik ze ken van de reizen naar Kanchenjunga en vooral Rolwaling. Voor het eten kaarten we en ik leg mijn Nepali friends uit hoe je moet 'pesten'. Na 1 potje komt de Canadees erbij zitten en vraagt of hij met het volgende potje mee mag doen, want hij houdt van kaarten. Hij doet mee en is vanaf het begin luidruchtig aanwezig. Hij vindt zichzelf waarschijnlijk ook erg leuk. Hij wil hierna naar Thulo Syabru en daarna naar Sing Gompa. Laat dat nou net de route zijn die wij ook lopen!@# Ik hoop eigenlijk dat we de komende 2 dagen niet met zo'n luidruchtig en nadrukkelijk aanwezig persoon opgescheept zitten. Hij is alleen en al te nadrukkelijk op zoek naar 'company'. Daar hou ik niet zo van, een beetje bescheidenheid kan geen kwaad. En dat is nou eenmaal het gevolg van alleen trekken. 's Avonds vertelt hij dat hij (te) veel last heeft van zijn knie omdat hij misschien te veel en te snel heeft afgedaald. Wij zijn even ver afgedaald en ook moe, maar hij heeft een wat indrukwekkender en ook zwaarder lichaam en dus krijgt zijn knie meer te verduren. Het is misschien niet aardig, maar stiekem hoop ik dat hij daardoor morgen niet met ons meegaat. Ik luister 's avonds nog naar muziek voor het slapen gaan, maar ik val met de muziek in slaap. Even later word ik wakker en zet ik de MP4 uit. Ik slaap vanavond en vannacht heerlijk, het is veel minder fris en mijn benen zijn gelukkig niet onrustig.


Zondag 21-03

Na een zalige nacht ben ik goed uitgerust. Het is opnieuw schitterend weer. Om 06.35 uur even een toiletstop, daarna nog even liggen en aankleden. Ik voel me goed maar mijn neus en hoest zijn nog altijd niet oké. Buiten zie ik Ryan (de Canadees) al ijsberen, ben benieuwd. Hij viste gisteren ook al hoe laat we ontbijten, het lijkt wel of hij wacht loopt. Maar even later blijkt hij te veel last te hebben van zijn knie en heeft hij besloten in Bamboo Lodge te blijven; in ieder geval niet naar Thulo Syabru te gaan. Het lucht mij op, hoewel ik het wel vervelend voor hem vind. Na een heerlijk ontbijt (Tibetan bread met omelet en apple pancake) gaan we op weg. We dalen Nepali flat af en aan de overzijde van de Langtang Khola wassen de 3 Nepali zich in een 'hot spring'. Het ruikt zwavelachtig wat altijd het geval is met een bron. Dit Tato Pani werkt zuiverend (ziektes verdwijnen) en behoort tot een ritueel in de Tamangcultuur. Dan komt de splitsing tussen Syabrubesi (verder afdalen) en Thulo Syabru (opnieuw klimmen). We klimmen rustig links omhoog, door wat lichte bossen. Het is redelijk steil, maar de etappe van vandaag is relatief kort. Dan komen we bij een tea shop op een rotspunt met mooi uitzicht. Door de bossen is het tot nu toe koel gebleven. Maar na een leuke theepauze voelt het warm. De twee Duitse meiden waarvan er eentje eerder ziek was, komen ook omhoog, we kletsen even kort en ze lopen verder. Ze hebben Annalea ook nog gezien en gesproken. Na de pitstop lopen we door een prachtig steil dal naar een hangbrug. In de verte zien we Thulo Syabru mooi op de kam liggen (2260 m.), maar de laatste meters zijn gloeiend heet en best pittig.


Het is een langgerekt dorp en we zitten vrij bovenaan in een nette maar dure lodge (300 Rp voor een nacht hoewel het eten voordelig is). Ik heb een heerlijke lunch (tomatosoup en fried vegetable momo's => wederom de kleine versie, wel wat vet maar lekker pittig gekruid). Na de lunch wast iedereen zich onder de etagedouche. Internet doet het voorlopig niet door de power cut. We hebben een soort private terrace op de tweede verdieping, afgezien van de vliegen geweldig! In de middag gaan Karma, Jiban en ik even naar de Gompa en Stupa. De monnik wil juist de Gompa sluiten maar Karma vraagt hem of wij nog even binnen mogen kijken. Dat mag. De eerste ruimte is vrij kaal waarbij alle muren kleurrijk zijn beschilderd. Maar als we de tweede ruimte betreden, komen we in een zeer rijk gedecoreerde en beschilderde gebedsruimte.


De schoenen (teva's) zijn uit, want de vloerplanken zijn niet al te stevig. Verhoogd staan enkele grote Boeddhabeelden. De gebedsboeken zijn ook het bezichtigen waard: houten uiteinden die je uit elkaar trekt om dan een soort beschermend laken of doek open te leggen om het gebedsboek te lezen. De pilaren en muren zijn rijkelijk beschilderd en vanaf het plafond hangen overal kleurrijke tapijten. We steken 2 minuscule kaarsjes aan voor de gedurfde prijs van Rp 80. Daarna lopen we naar de mooie witte Stupa. Erboven is een kleine Health Clinic annex Trekkers Aid gebouw. Thulo Syabru ligt mooi. Zowel naar de Langtang- als de Ganeshzijde is het zicht vrij (als het niet te heiig is). Naast ons hotel ligt een hotel waar een groep van 32 Duitse trekkers verblijft. Die hebben we gisteren waarschijnlijk ook in Ghora Tabela gezien, waar het zo ongelofelijk druk was. Het lijkt me vreselijk, zo'n grote groep want voor de ontvangst in het hotel zitten alle 32 aan lange tafels naast elkaar. Zo ook voor het diner. Het lijkt wel een optocht. Wij zitten gelukkig rustig en ik heb een lekker diner: vegetable fried rice en vegetable steamed momo's. Vooral de momo's zijn weer heerlijk gekruid, toch een vak apart. 's Avonds doet de elektriciteit het weer. Aan de overzijde is Internet per uur Rp 200, dat heeft de Didi van ons hotel nagevraagd. In een ander hotel informeerde ik 's middags zelf; Rp 10 per minuut, belachelijk. Ik weet niet wie dat betaalt, maar ik in ieder geval niet. De 2 Engelse jongens zitten ook in onze lodge, want het blijkt dat hun popi Nepalese begeleider hier woont (met zijn familie). De wat steviger jongen voelt zich niet goed en zij blijven morgen hier. De lange jongen maakt eerst gebruik van Internet en dan kan ik. Bij de wisseling gaf hij me nog aan dat het erg raar typen is omdat het toetsenbord niet Westers is, dus je moet er erg aan wennen waar welke toetsen zitten. Lachen, het is geen Internetcafé maar ik zit gewoon bij een Nepalees in zijn huiskamer achter een laptop met een dongel. En de Nepalese TV staat ook aan. Dit is echt heel apart. Maar Internet doet het en ik stuur Nathalie, Arno / Frans en Roelie (verjaardag) een mail. Snel kijk ik ook hoe het staat met het weer (half zomer in Europa met deze week bijna 20C in Nederland) en het voetbal (Ajax heeft van PSV gewonnen en Twente heeft vandaag 1-1 bij PSV gespeeld en staat met nog 6 wedstrijden nu 4 punten voor op Ajax en 5 op PSV – spannend!). En ook nog snel even schaatsen gekeken; mannen goed gepresteerd, Wüst zal wel zilver of brons halen. Tja, ik ben weer terug in de realiteit, haha. Dan ga ik slapen, het is al laat en de Nepali zijn ook naar bed. Ik probeer het in de kleine kamer eerst zonder matje. De kamer is namelijk erg krap, maar heeft wel een 2-persoonsbed dat natuurlijk veel te kort is voor mij. Maar na 10-15 minuten voel ik mijn rug al, ik lijk wel recht op de planken te liggen, hoe kunnen mensen dat volhouden? Ik blaas direct mijn matje op en leg het diagonaal op het bed, het past net. Dat helpt. Hoewel ik eerst wat hoest, slaap ik goed.


Maandag 22-03

We ontbijten om 07.30 uur en we vertrekken daarna vrij vlot. Jiban heeft last van zijn rug en zijn benen, maar we moeten vandaag toch echt omhoog. Hij steunt en puft en loopt langzaam maar hij redt het wel. Ik kan ook moeilijk inschatten of hij nu echt vreselijke last heeft of dat hij gewoon moe is van de reis. Het is overigens de eerste keer dat hij als drager meegaat. Door de steilheid van de klim lijken we toch snel aan hoogte te winnen. Het uitzicht is vandaag redelijk. De Langtang Lirung komt mooi boven het hazy weer uit, maar de hoge toppen van Ganesh Himal steken er maar net bovenuit en de haziness neemt snel toe. Volgens de Lonely Planet zouden we minder dan 500 m. boven Thulo Syabru bij een lunchplek (c.q. lodge) komen, maar die lunchplek lijkt niet te komen. Meer nog: als we 2 keer hebben gerust, pak ik mijn Lonely Planet en bespreek met Karma waar we zouden zitten. De kaarten zijn niet duidelijk maar voor mijn gevoel gaan we veel te veel schuin de kam omhoog terwijl Sing Gompa eigenlijk te bereiken is via een weg die recht boven Thulo Syabru klimt (tenminste volgens de matige kaart). Juist als we het bij een volgend huis willen vragen, zien we verderop een lodge annex restaurant waar Dhirga en Jiban al zitten. En wat ik al dacht, blijkt te kloppen. We zitten niet op de route naar Sing Gompa (3330 m.) maar op een rechtstreekse route naar Chalang Pati (3584 m.) op de weg naar Gosainkunda. Volgens enkele andere mannen bij de lodge zitten we op ongeveer 2900 meter. Dat zou kunnen kloppen. Nu de keuze: doorklimmen en morgen een langere afdaling naar Dhunche (1950 m.) of via een kleiner paadje terug richting de route naar Sing Gompa. Volgens Dhirga kan het verkrijgen van een kamer daar soms lastig zijn. Er zijn ca. 4 lodges en men is nooit dol op 1 toerist vergezeld van 3 Nepalezen. Het weer richting Chalang Pati daarentegen is matig (de kam zit deels in de wolken). Op deze route komt de sneeuw ook weer erg dichtbij. Na een tijdje blijkt dat het alleenstaande huis op een beboste kam voor ons Phoprang (3190 m.) is. En dat is de juiste route naar Sing Gompa. Na wat gediscussieer besluit ik dat we via Phoprang naar Sing Gompa gaan. Deze lunchplek heet overigens Hotel Laligurash (Rododendron). Het is er heerlijk rustig en we hebben al behoorlijk wat rododendronstruiken gezien, in verschillende kleuren ook, erg mooi. Na een lekkere lunch met vegetable soup en vegetable Chowmien gaan we over het kleinere pad richting het huis op de bergkam. Maar pas nadat we nogal grote lol hadden met de dames (moeder en dochter) van Hotel Laligurash. In een deuk liggend vertellen Karma en Dhirga dat de dames nogal grove taal bezigen en dat ze de jongste dochter met wie dan ook willen koppelen. Dat het niet uitmaakt dat ze al getrouwd zijn, etc. Moeder en dochter waren niet bepaald kieskeurig, haha. We kruisen de akkers over een klein pad en we lopen vlot richting de berg waarop het alleenstaande huis staat. Maar dat is nog een eind weg en het pad dat we volgen, verliest wat aan hoogte en dat is niet de bedoeling. We moeten juist omhoog. We gaan de bossen in en het pad daalt verder af en wordt bovendien steeds minder duidelijk. Dus besluiten we maar door de bushbush in het bos omhoog te klauteren, haha, weer een adventurous trek. Lachend denken we terug aan onze Bhimkoritrekking. Het is vermoeiend klimmen maar uiteindelijk zien we het huis en meerdere trekkers aan de overzijde van een helling. We kruisen de helling met doornige struiken en enkele koeien en plots zitten weer op de juiste route naar Simg Gompa. Bij het huis is het druk, hier houdt een massa mensen lunchpauze. Wij gaan verder en wat volgt is een schitterende route door naaldbossen met vooral op het einde weelderige Laligurash. De rododendrons zijn hier echt vuurrood en zoveel bij elkaar, middenin het bos, heb ik er nog nooit gezien. Hoewel het best nog wel wat klimmen was, zijn we toch vrij snel bij Sing Gompa. Het is wat mistig / bewolkt en Karma en Dhirga gaan op zoek naar een lodge waar ruimte is. Dat blijkt echter vrij moeilijk (1 toerist – 3 Nepali) maar na aanhouden van Karma lukt het bij Green Hill. De groep van 32 Duitsers is er ook weer. Zij trekken over de Laurebina La naar Helambu. Een paar Duitsers zitten bij ons in het hotel. Ook de 4 Nederlanders komen wat later (Karma roept keihard: 'daar heb je Ieniemienie!'). Ze proberen ook onze lodge maar onze lodge heeft geen 3 kamers meer. Ines vindt namelijk dat Ieniemienie te hard snurkt, haha. Het eten valt 's avonds wat tegen (nadat we weer eindeloos 'gepest' hebben – de Nepali vinden het geweldig). De momo's zijn wat smakeloos en de egg fried rice is vettig. Om ca. 20.15 uur gaan we naar de kamer. We slapen er met z'n vieren. Ik slaap prima op mijn matje op de vloer (onder luid protest van Karma en Dhirga) en de 3 Nepali slapen als kids in het grote 2-persoons bed. Maar ik heb liever beenruimte op de vloer dan krap op een te kort bed te moeten liggen.


Dinsdag 23-03

Zo, vandaag de laatste trekkingdag. Ik heb nu ook echt weer zin om naar Holland te gaan. Ook Kathmandu met het zeer nette hotel Ganesh Himal en de luxe van de Thamel is aanlokkelijk. We zijn vandaag snel ingepakt. Mijn 2 overheerlijke apple pancakes zijn niet te versmaden. En om 07.30 uur of net iets later beginnen we aan de lange en steile afdaling (1380 m. afdalen). We gaan in hoog tempo naar beneden, passeren een army post met permit checkpoint, het hotel Deorali (2625 m.) en na eindeloze maar snel overwonnen zigzagjes zijn we helemaal beneden in een zijdal. Wat volgt is een wat suffige traverse naar Dhunche. Het uitzicht is zowat nihil door extreem hazy weer. Het hotel (Himalayan Legend) is redelijk, hoewel ik de onderkomens in de bergdorpjes op de een of andere manier altijd beter en schoner vindt. Hier proberen ze sanitaire voorzieningen te bieden die net niet gloed genoeg schoon worden gehouden. En in de bergen zijn die sanitaire voorzieningen er gewoon niet. Maar ook de kamers vind ik toch net wat minder netjes. De badkamer bijvoorbeeld: waarom niet even goed schoonmaken? Nu is het maar niks, hoewel ik er toch een koude douche pak en mezelf scheer. Het grappige is ook dat een meisje de trappen veegt (die zijn nou net niet zo vies) maar de badkamer ongemoeid laat. Ik lunch met egg fried rice (lekker, wel zoutloos) en vegetable momo's (oké). Nog een bijzonderheid: in de gehele Langtangvallei kun je ook een Snickersmomo krijgen...dat heb ik toch maar niet geprobeerd. Na weer 'gepest' te hebben, gaan Dhirga en ik extra € 50,- wisselen bij een bank, gelukkig kan dat hier. Het is een officiële bezigheid en ik moet in het kantoortje komen. Ik geloof dat er ook een politieagent met geweer rondloopt. Maar de bank beambte is behulpzaam en de wisselkoers is hier beter dan in Kathmandu. En we bezoeken het Tamangmuseum, klein maar heel aardig. Dhirga regelt dat iemand de sleutel haalt. Verder is Dhunche wat kleiner dan ik dacht. Als we terugkomen, ga ik lekker even op mijn bed liggen met mijn ogen dicht luisterend naar de muziek op mijn MP 4-speler. Hoewel er bijna 150 nummers op staan, heb ik ze al een aantal keer beluisterd. Wat later zie ik de vrienden in de kamer naast me en dan gaan we naar beneden om diner te bestellen. Ik bestel wederom fried rice (lekker) en nu vegetable spring roll (ook echt lekker). Omdat we best mogen vieren dat het de laatste trekkingdag is en dat alles is goed gegaan, stel ik voor dat we met z'n allen een dessert bestellen: 4 maal apple pie en het wordt nog vers voor ons klaargemaakt ook. De eigenaar is kok en hij kookt met een kapje voor zijn mond, het ziet er apart uit. Maar hij kan heel aardig koken. Ik zit al best vol, maar als de verse gebakken apple pie na een tijdje begint te ruiken, krijg ik er zin in. De verrassing komt even later. Het zijn een soort hele dikke pannenkoeken, maar dan wel met echt taartdeeg. Het smaakt goed, hoewel Jiban (zogenaamd) vol zit. Mijn poging om Nepali te verleiden met een westerse lekkernij is weer eens mislukt. Dhirga en Karma eten het wel op, maar erugg langzaam...haha. Na de apple pie is het al best laat en gaan we slapen. Voor het eerst gebruik ik mijn matje en slaapmat niet. De matras is oké en ik lig onder een laken en deken (wel stoffig). Morgen naar de beschaving....


Woensdag 24-03

Vandaag zijn we vroeg op, ik heb nog voor 06.30 uur alles klaar, sterker nog, om 06.20 uur zitten we al beneden en vrij snel wordt black tea geserveerd en ook de 2 appelpannekoeken staan om 06.30 uur al op tafel, ze waren al klaar. Ik dacht het al te ruiken vanuit mijn slaapkamer, haha. Om 06.55 uur lopen we op ons gemakt naar de bus die 100 meter verderop al in de startblokken staat. Van buiten 'de o zo bekende Tata, van binnen verrassend netjes met zelfs tegen het plafond deels bekleding, lampjes (als in een vliegtuig) en een grote blower. Ook de zittingen zijn goed en de beenruimte is meer dan behoorlijk. Eén nadeel: ik zit op ooghoogte met de blower en plafondbekleding. Kortom, als ik door het raam wil kijken, moet ik me klein maken en half ondersteboven door het raam kijken. Om ongeveer 07.15 uur rijden we echt weg uit Dhunche. Dag Langtang, tot ziens misschien. Ik moet bekennen dat de heenrit soms wat spannender was dan nu de terugrit. Er zijn niet echt moeilijke stukken, alleen gaat het opnieuw tèèèèèèèrgend langzaam. Het wordt bovendien warmer en als we lager komen, neemt ook de hoeveelheid stof rondom de bus en de kurkdroge weg toe, maar niet zo erg als op de heenweg. Eindelijk bereiken we Trisuli Bazaar waar we lunchen (Dhalbat, best goed). Dan volgt de verharde weg naar Kathmandu. Op de heenweg reden we hier in 2,5 uur over. Nu op de terugweg doet het langzamer aan. Het is drukker, we moeten veel vaker jeeps, auto's trucks en andere bussen passeren. Ertussendoor zit de bus weer goed vol, maar toch ook iets minder dan op de heenweg. Typisch Nepal: bij een checkpoint mogen er geen Nepali op het dak van de bus. Iedereen gaat er dan vanaf in de bocht voor het checkpoint. De Nepali worden deels in de bus gepropt en deels lopen ze het checkpoint voorbij om na 100 meter na het checkpoint weer vrolijk het dak van de bus op te klauteren. Natuurlijk weten ze dat bij het checkpoint maar er wordt niets aan gedaan. Dan komt eindelijk de Kathmanduvallei in zicht. Na nog eens politiecontrole (op rijbewijs, papieren) en een traffic jam zijn we weer in busy Kathmandu. Onderweg heb ik bij een drempel of gat in de weg nog eens keihard mijn hoofd gestoten, maar ik heb een harde kop... We nemen na wat onderhandelen een taxi naar het hotel. Heerlijk, weer een beetje luxe. Dhirga en Karma douchen zich, net als ikzelf in mijn kamer. En dan geef ik aan dat ik de stad in moet. Ik heb ze voor vanavond uitgenodigd samen te eten in hotel Ganesh Himal en ik wil ze verrassen met cadeaus en wat geld om ze te bedanken. Ze vragen met een lachje of ze echt niet mee hoeven, maar ik houd vol: nu ga ik alleen de stad in. Jiban geeft ik een nieuwe set kaarten, mijn 2e paar zonnebril en 2000 Rp. Voor Dhirga heb ik het mooie trekkingboek van Toru Nakano gekocht, pak ik mijn eigen Lonely Planet in en heb ik 4000 Rp in een doosje gedaan. Voor Karma heb ik voor de gein opnieuw het kwartetspel ingepakt. Daarnaast heb ik op een briefje in een doosje geschreven dat hij een (internationale) bankrekening moet openen en dat ik maandelijks € 40,- zal storten. Met blije gezichten starten we het diner. Ik heb lekkere egg fried rice en een oké vegetable spring roll, verder ook veel dorst: 3 cokes! In Thamel had ik trouwens al een coke en een redelijke apfelstrudel op bij Weizens bakery. Het ziet er vaak lekkerder uit dan dat het is...die gebakjes en taarten, niet echt Nepali specialty. Hoewel, die apple pie in Dhunche was zo gek nog niet. Na goed gepraat te hebben, spreken we af voor 11.30 uur op donderdag. Dan gaan we eerst naar de Internet / phone cell waar ik Nathalie zal bellen. Ik wil nog wat shoppen en we gaan met z'n allen na


Donderdag 25-03

Lekker rustig aan vanochtend, een beetje muziek luisteren, scheren en douchen en heerlijk ontbijten met de geweldige omelet sandwich, een echt goede banana pancake met honey, black tea en mango juice, te lekker gewoon. Ik internet wat, probeer bij Qatar al in te checken, maar ik denk dat de internetverbinding daarvoor te traag is, het werkt niet. Ik schrijf vanochtend de gebeurtenissen van de afgelopen dagen op in mijn blocnote zodat ik dat later kan teruglezen. Om het bij te houden, is het best vermoeiend, maar na afloop des te leuker. Ook bereid ik vast mijn spullen voor morgen voor. Om 11.30 uur zouden Karma en Dhirga bij het hotel zijn en zouden we samen naar de internet / Phone shop gaan, waar ik Nathalie bel. Maar ze zijn laat en Nathalie moet op tijd naar haar werk, dus ik besluit om zelf de stad in te gaan, zonder hen. Ik wist niet zeker of ik het wel zou vinden, mijn richtingsgevoel in Kathmandu is echt abominabel, maar wonder boven wonder loop ik er toch redelijk recht op af. En het is wederom Rp 4 per minuut, wat een prijs. Ik bel ruim 22 minuten met Nathalie en juist als ik ophang, komen Karma en Dhirga binnen. Ik bel daarna ook nog 12 minuten met Ria en Frans die beiden snipverkouden zijn. Maar het is goed om iedereen weer te spreken. Vind het ook heerlijk om straks weer in (koeler) Nederland te zijn. Na het bellen koop ik wat kalenders, een twix en graanbiscuits om te eten als lunch en een blikje cola om te drinken. Ik informeer bij een juwelier naar iets moois voor Nathalie maar al hetgeen ik mooi vind, heeft een ander prijsje dan ik in gedachten had. Bovendien heb ik altijd het idee dat me iets op de mouw gespeld wordt. Ik ken geen enkele steen en heb er nul verstand van. Ik besluit het daarom niet te doen, beter samen lekker een weekendje weg in mei of zo. Dan lopen we naar Swayambunath, er zijn (nog) meer apen dan ik me kan herinneren. Het uitzicht op groot Kathmandu is indrukwekkend, hoewel het weer erg heiig is. Daarna bezoeken we 3 grote Boeddhabeelden in het gelijknamige park en lopen we in zijn geheel rondom Swayambunath, met eindeloze, echt eindeloze prayer wheels. Ik laat er ook talloze een rondje draaien. Op de terugweg stoppen we even voor een drankje (coke) en dan maak ik op Asan Tole en Indra Chowk nog wat sfeerfoto's van het heerlijk drukke lokale leven in Kathmandu. We spreken om 18 uur in het hotel af en na op mijn gemak naar muziek te hebben geluisterd, komen mijn 2 vrienden me gedag zeggen: nu cadeaus voor mij en mijn familie en 2 mooie sjaals voor een goede reis terug. En we zeggen tegen elkaar 'See you again', want dat is een afspraak die we willen nakomen. Ik roep ze vanuit mijn kamer nog na en zwaai. Karma zwaait ook en ik zie de tranen in zijn ogen. Een hele aparte vriendschap, en daar hoort Dhirga vanaf nu ook bij.
Even later ga ik op mijn gemak dineren in de binnentuin van het hotel. Ik bestel egg fried rice, vegetable spring roll, 2 cokes en als dessert Banana's crepe with honey, ik weet het, het is luxe, maar ach, het is mijn laatste dag van een fantastische vakantie.
Ik heb aan de meisjes van de receptie gevraagd of zij een taxi konden regelen en dat hebben ze (naar eigen zeggen) gedaan. We zullen zien morgenvroeg. Ik moet bij het ochtendgloren buiten klaarstaan.

Kathmandu Indra Chowk (lokale winkelstraat)
In het midden de echte Riksha (fietstaxi)


Vrijdag 26-03

Raar hoor, vanavond ben ik weer terug in Nederland, zomaar van de ene kant van de wereld naar de andere. Ik heb er wel zin in om weer terug te gaan. Ik heb de avond ervoor al afgerekend, dus vanochtend hoef ik alleen maar uit te checken. Ik houd vanaf de kamer in de gaten of er een taxi aankomt, niks zo suf als buiten een half uur te moeten wachten. Maar het valt mee, de taxi is iets later maar het is goed geregeld. Lekker krap in de Maruti gaan we door een nog verlaten Kathmandu op weg naar het vliegveld. Met in herinnering een geweldige tocht, een heerlijk hotel en echte vrienden. De taxi hoef ik ook niet af te rekenen, dat heb ik gisteravond al bij de receptie afgerekend.

 

Ik loop het luchthavengebouw binnen en redelijk snel word ik daarna geholpen, plunjebaal afgewogen en doorgelabeld en ik heb mijn tickets. Ik moet zeggen dat ik het wel raar vind tegenwoordig. Je hebt dus helemaal geen tickets meer bij je. Alleen een printje vanaf de computer is voldoende. Ze checken op de luchthaven of alles klopt met je paspoort als controle document en dan is het goed. Dus nooit meer problemen met verloren tickets..

 

Na nog even gewacht te hebben ,ga ik door de checkposts (paspoort en visum) naar de wachtruimte. Nog even suf als altijd, van tax free shopping is niet bepaald sprake: 1 kraampje waar je drank, snoep etc. kunt kopen en nog wat souvenirs. Verderop zijn er ca. 2 zeer stoffige en suf aandoende shops waar je tax free kunt shoppen (volgens mij voornamelijk drank). Maar het ziet er niet echt sjofel uit. Dan kunnen we inchecken, altijd een beetje een gedoe, maar het valt nu mee. In Kathmandu zijn ze gemiddeld genomen niet erg efficiënt. Even later met de bus naar het vliegtuig en de lucht in. Dag Kathmandu, dag vrienden, tot heel snel.

Ewout


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.